Neprom en AVBB tevreden over hoofdlijn nota grondbeleid

De Vereniging van Nederlandse Projektontwikkeling Maatschappijen (Neprom) en het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) zijn tevreden met het besluit van het Kabinet om wettelijke regels op te stellen voor de grondexploitatie bij de ontwikkeling van nieuwe bouwlocaties.

De Vereniging van Nederlandse Projektontwikkeling Maatschappijen (Neprom) en het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) zijn tevreden met het besluit van het Kabinet om wettelijke regels op te stellen voor de grondexploitatie bij de ontwikkeling van nieuwe bouwlocaties.

Met deze regeling komt een einde aan de praktijken van grondspeculanten en wordt het ook gemeenten onmogelijk gemaakt om onnodig hoge kosten in rekening te brengen. Wel staan de marktpartijen zeer kritisch ten aanzien van de kabinetsvoorstellen met betrekking tot een open-ruimteheffing en de Wet Voorkeursrecht Gemeenten.
Neprom en AVBB zijn zeer tevreden over het feit dat het Kabinet met het voorstel voor de wettelijke regeling voor het kostenverhaal het advies heeft opgevolgd dat de marktpartijen samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in september aan minister Pronk hebben aangeboden. Met de nieuwe regeling worden gemeenten in staat gesteld om de kosten van openbare voorzieningen bij de bouw van een nieuwe locatie bij de ontwikkelaars en bouwers in rekening te brengen. Het gaat daarbij niet alleen om de kosten van bestrating, groen en riolering, maar ook om een flinke bijdrage aan goedkope huurwoningen. De regeling sluit aan bij de bestaande praktijk op Vinex-locaties, waarbij bonafide bouwers en projectontwikkelaars vrijwillig meebetalen aan tal van openbare voorzieningen en aan de realisering van sociale woningbouw. Met de nieuwe regeling worden de zogenaamde free-riders, partijen die niet mee willen betalen aan de gemeenschappelijke voorzieningen, buiten spel gezet. Tegelijkertijd maakt deze regeling een eind aan de praktijk van gemeenten om bij grondexploitatie marktpartijen kosten in rekening te brengen die geen relatie hebben met de ontwikkeling van een nieuwe wijk.

Volgens Neprom en AVBB hebben gemeenten met deze nieuwe regeling en de reeds bestaande gemeentelijke instrumenten, zoals het bestemmingsplan en de bouwvoorschriften, voldoende middelen in handen om hun rol als regisseur van de ruimtelijke ordening waar te maken. Om die reden wijzen Neprom en AVBB de studie naar de open-ruimteheffing af, een heffing op nieuwe bouwwerken in het buitengebied. Volgens de marktpartijen leidt een open-ruimteheffing slechts tot hogere woningprijzen. Een dergelijke regeling is daarbij onrechtvaardig voor degenen die nu een nieuwbouwwoning willen kopen.

Ook ten aanzien van een verplicht percentage vrije sector kavels, zoals op aandringen van staatssecretaris Remkes in de nota is opgenomen, staan de marktpartijen zeer kritisch. Volgens Neprom en AVBB verstoren dergelijke ingrepen de markt en staan zij noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen op de woningmarkt in de weg. De overheid dient voorwaarden te scheppen voor een optimale aansluiting tussen vraag en aanbod op de woningmarkt, zonder uit te gaan van verplichte percentages.