Martijn Dirks, Provast: ‘We zetten er een tandje bij’

Hoe gaat de vastgoedsector om met de coronacrisis? Martijn Dirks van binnenstedelijk ontwikkelaar Provast heeft het drukker dan ooit.

Al ingespeeld op de nieuwe situatie?
Jawel. Het kostte natuurlijk even tijd om alles op de rit te krijgen. Iedereen bij ons kan thuiswerken, hoewel ikzelf en mijn mede-partners nog best vaak op kantoor te vinden zijn. De meeste afspraken zijn per telefoon of video, en dat werkt erg efficiënt. Geen twintig minuten over het weer kletsen, maar meteen aan de slag. Toch mis ik het koffiedrinken: juist in de momenten dat je niets doet, begint de creativiteit te borrelen. Bovendien gaat het in ons vak om beleving en dat is lastig door de telefoon over te brengen.

Wel denk ik dat er nu een overreactie gaande is. De economie leidt hier wel erg onder. Misschien is het een oplossing de ouderen meer in quarantaine te houden zodat de economie meer kan doorgaan.

Waar is Provast mee bezig en loopt dat door?
We hebben het drukker dan ooit. We hebben heel veel projecten die nu lopen zoals de bouw van 700 woningen in Amstelveen, de woontoren Dreef in Amsterdam Zuidoost, het in aanbouw zijnde Grotius in Den Haag, 2Amsterdam op de Zuidas en de transformatie aan de Boompjes in Rotterdam. Dat loopt allemaal gewoon door. We moeten bijvoorbeeld vergunningen regelen voor Tree House op Delftseplein in Rotterdam en het kantoor voor Galapagos in Leiden. Gelukkig gaat het thuiswerken bij de gemeente ook best goed.

80% tot 90% van onze projecten betreft huurwoningen en daar zal ook door de crisis heen belangstelling voor blijven. De rente zal nog jaren laag blijven en de obligatiemarkt heeft het dan moeilijk. De huurwoningmarkt profiteert daarvan.

Maar we zijn niet naïef. Vastgoed is een trage business, dus loopt het wel even door, maar we zetten er nu meteen wel een tandje bij. Het kan snel zwaarder worden. Hoewel we wel merken dat de Nederlandse institutionele beleggers vrij rustig hieronder blijven.

Wat leer je van de crisis?
Flexibiliteit en mixed use zijn de toverwoorden. Wat heb je aan een lang huurcontract als de huurder het niet goed doet? Vastgoed op een top-plek vindt altijd wel een gebruiker. Dat proces was natuurlijk al eerder bezig, maar nu wordt weer bewezen dat het waar is. Ook op de kantorenmarkt geloven wij nog steeds in flexibele kantooraanbieders. Hun ruimtes zullen als eerste weer gevuld zijn, terwijl het nog maar de vraag is of contracten met bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen nog wel cashflow oplevert.  Mixed use is goed omdat als het ene niet loopt, het andere nog doorgaat. Bovendien is het gemakkelijker een andere functie te geven.

Maar ook duidelijk is dat ruimtelijke kwaliteit in de stad extreem belangrijk is. Kijk maar naar de drukte in het Vondelpark en Amsterdamse Bos. De verstedelijking zal hoe dan ook doorgaan en we moeten dus nog beter nadenken over het ontwerp van de stad, inclusief mogelijkheden voor social distancing en medische faciliteiten. Dit virus zal namelijk heus niet het laatste zijn dat ons treft.