Het demissionaire kabinet compenseert 5 regio's die de leefbaarheid zien aangetast worden door grote windenergie-energieprojecten op zee met honderden miljoenen euro's om de leefbaarheid te vergroten. De eerste gelden zijn al vergeven in Noord-Brabant en Zeeland.
In de aanvullende routekaart 2030, geeft het kabinet aan hoe de ambities voor de verdubbeling van wind op zee naar 21 GW gerealiseerd kan worden. Er zijn daarbij 5 regio’s aangewezen waar de windenergie volgend decennium aan land komt: Moerdijk, Borssele, Eemshaven, Maasvlakte en Noordzeekanaal. Met het zogeheten ‘net op zee’ wordt de aansluiting van de wind uit het windpark op zee met het hoogspanningsnet op land bedoeld. Het gaat dan om een platform op zee, elektriciteitskabels op zee en op land, een transformator-/ converterstation op land en een aansluiting op een hoogspanningsstation.
Gevolgen voor leefbaarheid
De regering heeft besloten te investeren in de leefomgeving van de 5 regio’s in het land waar de kabels van op zee opgewekte windenergie in de toekomst aan land komt. Het (demissionair) kabinet hoopt met de investeringsgelden voor Netten op Zee, de gevolgen van onder meer de aanleg van elektriciteitskabels, een converterstation (dat door windmolens opgewekte gelijkstroom omzet in wisselstroom) en de aansluiting op hoogspanningsstations op de leefomgeving te verminderen. De projecten moeten passen binnen 1 van de volgende thema's: behoud & versterken natuur, verbeteren fysieke leefomgeving, versterken regionale economie en versnellen energietransitie.
In 2022 heeft het kabinet in totaal € 500 miljoen uit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld voor deze investeringen. De 1e € 210 miljoen hiervan wordt nu besteed. Een nieuw kabinet zal dit najaar de verdeling van het resterende geld voor de 2e ronde uitwerken.
Afspraken voor West-Brabant
Op vrijdag 21 juni ondertekenden gedeputeerde Bas Maes, een vertegenwoordiger van het Rijk, de wethouders Jürgen Vissers (Drimmelen), Tommie Mertens (Geertruidenberg), Guus Beenhakker (Oosterhout) en Danny Dingemans (Moerdijk) een convenant waarin de afspraken zijn vastgelegd voor West-Brabant zijn vastgelegd. De precieze locatie waar de stroomkabels van de windmolens aan land komen, in Geertruidenberg of Moerdijk, is nog niet bepaald. In Moerdijk, Geertruidenberg, Drimmelen en Oosterhout zijn verschillende opties voor converterstations. Het beoogde voorkeursalternatief wordt eind 2024 tijdens een procedure onder leiding van TenneT (de beheerder van het hoogspanningsnetwerk) bepaald.
Tussen de 4 gemeenten is een verdeelsleutel afgesproken die afhankelijk is van het aantal mogelijke locaties voor een converterstation. Oosterhout krijgt 4,3 miljoen. De gemeenten Moerdijk, Geertruidenberg en Drimmelen - verenigd in Powerport Moerdijk - ontvangen de resterende 43,7 miljoen. De rest van het bedrag betreft projectkosten.
Sportfaciliteiten in Borsele
Eind mei werd de 1e bestuursovereenkomst getekend in Zeeland.Voor investeringen in de leefomgeving in Zeeland stelt de Rijksoverheid € 50 miljoen beschikbaar. De aanlanding van wind op zee heeft hier impact op Zuid-Beveland, Noord-Beveland en Walcheren, bijvoorbeeld door de bouw van nieuwe infrastructuur en hoogspanningsstations. Minister Jetten heeft hiervoor vandaag samen met de Provincie Zeeland en verschillende Zeeuwse gemeenten een handtekening onder een bestuursakkoord gezet dat het startsein vormt van deze investeringen. De investeringen worden bijvoorbeeld gebruikt voor versterking van de sportfaciliteiten in Borsele en investeringen in het Veerse Meer.