Greenwashing in kantoorlabels: bedrijfshal met stroom van de buren

Er valt nog veel werk te verrichten voor eigenaren van kantoren als ze voor 1 januari 2023 willen voldoen aan de label C-plicht. Maar liefst 68% van de kantoren heeft nog geen label. Onderzoek van PropertyNL leert ook dat een duurzaam kantoor niet per betekent dat je allerlei prijzige ingrepen aan je pand hoeft te doen. Per saldo wordt je niet afgerekend op je isolatie, maar op je duurzame energieverbruik.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 22 april 2022

Clappform en PropertyNL deden eerder dit jaar bij 100 gemeenten onderzoek naar de aanwezigheid van energielabels op adressen die officieel te boek staan als kantorenlocatie. De uitkomsten grosso modo: een kwart van de kantoorlocaties beschikt over minimaal een C-label en een kleine 8% heeft label D of lager. Voor ongeveer twee derde is dit nog niet duidelijk, al geldt voor de helft daarvan dat op basis van onder meer de leeftijd van het pand een aanvraag alleen al voldoende is om alsnog voor het ‘examen’ te slagen.
Voor het resterende deel van de panden is er nog veel werk aan de winkel om ze alsnog voor volgend jaar aan de label C-plicht te laten voldoen. Bij een deel van die kantoren gaat het om panden die door de eigenaren al zijn afgeschreven en wachten op de sloopkogel of de tijdelijke huisvesting van vluchtelingen.

Geen echt kantoorpand meer

Wie verder in de cijfers duikt, stuit op een paar opvallende uitkomsten. Zo’n 38 kantorenlocaties (0,03% van de 136.771 onderzochte locaties) blijken over het label A+++++ te beschikken, de hoogste score. Met hulp van de zogeheten GIS-viewer van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kan worden gecheckt of de betreffende panden daadwerkelijk zo’n goed label hebben. De RVO hanteert daarbij wel de disclaimer dat het om inschattingen gaat op basis van de gehanteerde databronnen, en dat voor haar niet altijd duidelijk is of er bijvoorbeeld in de loop der jaren sprake is geweest van een functieverandering.
Wat direct opvalt als via Google wordt gezocht naar het pand dat bij het adres hoort, is dat het bij panden met een toplabel vaak niet (meer) gaat om een echt kantoorpand. Dynamostraat 11 in Amsterdam, waar het onderkomen van groothandel en dienstverlener Exclusiva staat (goed voor een A+++++-energielabel, zie pagina 42), biedt al jaren geen onderdak meer aan de ambtenaren van de douane die er ooit zaten. Wél heeft eigenaar Simon van Dijk de nu nog leegstaande bovenste verdiepingen van zijn nieuwbouwpand, goed voor meer dan 2000 m², bestemd voor de verhuur als kantoorruimte aan een paar externe huurders, alleen kwam hier door corona niets van terecht.
Industrieweg 61 in Waalwijk, dat eveneens beschikt over een A+++++-label, is volgens de GIS-viewer en ons eigen onderzoek een pand uit 1978 met de functie ‘puur kantoor’. Een bezoekje aan het pand via Google Streetview leert echter dat het gaat om een bedrijfshal met laaddocks, die overduidelijk van later datum is. Ook de Zuidelijke Havenweg 1 in Hengelo, bouwjaar 2011, is geen klassiek kantoor, maar een distributiecentrum van PostNL, al vermeldt de GIS-viewer in dit geval bij de functie dat het gaat om de combinatie ‘kantoor-anders’.

Zonnepanelen

Het voordeel van een grote logistieke hal boven een ouderwets kantoorgebouw is evident voor wie zijn of haar kantoorgebouw wil verduurzamen: er zijn op het dak vaak veel meer vierkante meters beschikbaar om zonnepanelen te installeren. Die zonnepanelen kunnen een essentiële bijdrage leveren aan het verkrijgen van een goed energielabel.
De formule die wordt gebruikt om te bepalen welk label een bedrijf krijgt, is namelijk in eerste instantie gebaseerd op de trias energetica: de samenhang tussen de benodigde energie die nodig is om een comfortabel binnenklimaat te realiseren, de daarvoor benodigde hoeveelheid fossiele brandstoffen en het aandeel hernieuwbare energie (zon, wind en degelijke) dat daarvoor wordt gebruikt. Uiteindelijk zijn de letters A–G in het energielabel gekoppeld aan het fossiele energieverbruik, waarbij A staat voor een heel laag gebruik en G voor een heel hoog gebruik.
In het geval van de Dynamostaat 11 profiteert Exclusiva direct zelf van de 2600 zonnepanelen die op het dak van 1344 m² liggen. Het zorgde er mede voor dat het bedrijf het hoogst mogelijke energielabel kreeg. Ook elders spelen de panelen een voorname rol in de energievoorziening van de ‘kantoorlocaties’, niet alleen direct maar ook indirect.
Zo heeft het oude hoofdkantoor (1990) van de Van Leeuwen Groep, de buizenmultinational aan de Lindtsedijk 100 in Zwijndrecht, ook een A+++++-label. Het lijkt daarbij te profiteren van zonnepanelen op de belendende bedrijfsruimte en het nieuwe hoofdkantoor van de groep op de Lindtsedijk 120. Communicatiemanager Ingrid den Hartog tast in het duister over oorzaak en gevolg. ‘Op het dak van het hoofdkantoor liggen inderdaad zonnepanelen, maar op het dak van nr. 100 nog niet, dus ik weet niet waaraan we deze A+++++ te danken hebben.’

Energiemakelaars

Bij het gebruik van duurzame energie zijn ook zakelijke gebruikers niet per se afhankelijk van een eigen installatie (bijvoorbeeld zonne-energie). Net als burgers (via coöperaties) kunnen bedrijven duurzame energie – of de rechten daarop – van elkaar afnemen. Voor deze tak van sport is de afgelopen jaren een groeiend contingent aan energiemakelaars ontstaan.
Een supergoed label voor een kantoor op basis van ‘zonnepanelen bij de buren’ kan natuurlijk betekenen dat bedrijven nog steeds voor de vogels stoken, doordat hun pand bijvoorbeeld slecht geïsoleerd is. Een woordvoerder van de RVO stelt in eerste instantie deze stelling wat vooringenomen te vinden.
Een collega zegt een paar dagen later echter de vraag in hoeverre de kwaliteit van het gebouw wordt meegewogen vanuit journalistiek oogpunt logisch te vinden. ‘Er zijn lijsten voor 19 verschillende sectoren die bedrijven met verschillende verbeterpunten op gebouwniveau moeten hanteren als hun energieverbruik toch boven een bepaalde waarde uitkomt. De inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILenT) controleert daarop. Dat voorkomt dat een pand dat niet echt energiezuinig is, toch een goed label krijgt.’
Verbruikt een bedrijf of instelling per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas, dan is het op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Bedrijven hebben ook de verplichting daarover te rapporteren (informatieplicht).
Specifieke maatregelen voor kantoren die worden genoemd zijn het toepassen van een energiezuinige roltrapbesturing, het centraal printen en kopiëren en het isoleren van de spouwmuur. Bij kantoren met minimaal label C of een bouwjaar vanaf 2003 wordt er vanuit gegaan dat de gebouwschil (de gevel) al is geïsoleerd.