De gemiddelde werkvoorraad in de totale burgerlijke- en utiliteitsbouw is in augustus ten opzichte van juni met 0,4 maanden gedaald tot een niveau van 12,5 maanden.
Dat heeft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) berekend op basis van een eigen enquête.
In de woningbouw nam de orderportefeuille met vier tiende maand af en kwam uit op 13,7 maanden werk. De gemiddelde werkvoorraad in de utiliteitsbouw nam af met 0,2 maanden tot 10,9 maanden. Hiermee nam de gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid ten opzichte van juni met 0,2 maanden af tot 11,2 maanden werk.
Bijna 50% van de bouwbedrijven gaf aan belemmeringen te hebben ondervonden bij de productie. Ruim één vijfde van alle bouwbedrijven gaf aan belemmeringen te ondervinden door personeelstekorten. Bijna een op de tien bouwbedrijven geeft daarnaast aan een gebrek aan orders te ervaren.
De productie is in de afgelopen drie maanden bij 15% van de bouwbedrijven toegenomen, eveneens is de productie bij circa 15% van de bedrijven afgenomen. Van de bouwbedrijven beoordeelde een kwart de orderpositie als groot, terwijl ongeveer 10% van de bedrijven de orderpositie als klein beoordeelde.
Daarnaast verwacht ruim 25% van de bedrijven dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl ongeveer 5% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht.
In de bouwnijverheid verwacht bijna 40% van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden, bijna geen enkel bedrijf verwacht een prijsdaling.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van september 2025 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 250 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.