De Omgevingswet; op naar het volgende uitstel…

Alle onzekerheid draagt volgens columnist Pieter van der Woerd niet bij aan het bereiken van de doelen die de Omgevingswet voor ogen heeft.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 10, 28 oktober 2022

‘1 januari it is.’ Dat was het antwoord van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, toen hij tijdens een debat in de Eerste Kamer op 28 juni kritisch werd bevraagd over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Op 1 november zou de in grote mate kritische Eerste Kamer definitief een knoop doorhakken. Er waren weliswaar nog altijd zorgen over het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO), de voor het functioneren van de wet essentiële ICT-structuur, maar volgens De Jonge zou dat de inwerkintreding niet in de weg hoeven staan. Ik denk dat er veel flessen wijn zijn verwed op het wel of niet in werking treden op deze datum.

In september verschenen de eerste tekenen dat 1 januari 2023 op de tocht stond. Nadat op 10 oktober het zeer kritische rapport van het Adviescollege ICT-toetsing over dat DSO verscheen, leek uitstel welhaast onafwendbaar. Volgens het rapport kent het DSO nog forse beperkingen (zo sluiten verschillende bestaande systemen niet goed op elkaar aan) en hebben de instanties die er straks mee moeten gaan werken nog onvoldoende kunnen testen. Al met al bestaat er volgens het Adviescollege ICT-toetsing nog onvoldoende zekerheid over werkbaarheid, betrouwbaarheid en stabiliteit van het DSO. De oplettende lezer leest in het rapport dat de commissie invoering per 1 januari 2023 eigenlijk niet verantwoord vindt. Inmiddels tekende zich in de Eerste Kamer een meerderheid af voor verder uitstel van de wet.

Minister De Jonge heeft het debat op 1 november niet willen afwachten en een voor hem negatieve stemming willen voorkomen. Op 14 oktober heeft hij per brief aan de Eerste Kamer laten weten dat de Omgevingswet niet in werking zal treden op 1 januari 2023. De inwerkingtreding van de wet, waaraan al sinds 2011 (!) wordt gewerkt en waarvan de oorspronkelijke inwerkingtreding stond gepland voor 2017, wordt voor de zoveelste keer met zes maanden uitgesteld tot 1 juli 2023. Hij zal een nieuw ontwerpbesluit met 1 juli 2023 als inwerkingtredingsdatum bij de Tweede en Eerste Kamer voorhangen. Het debat op 1 november gaat niet door.

Nu niet invoeren lijkt me gelet op de kritische IT-rapporten en signalen vanuit de praktijk verstandig. Of een halfjaar voldoende is om de problemen in voldoende mate te verhelpen, zal moeten blijken, maar het antwoord ligt gezien de kritiek van het Adviescollege ICT-toetsing voor de hand. Bovendien is het uitgangspunt dat gemeenten, provincies, waterschappen en andere instanties die met het DSO moeten werken, zes maanden de tijd krijgen om te oefenen. Maar dan moet er wel deugdelijk geoefend kunnen worden. Vanuit meerdere hoeken klinkt daarom inmiddels het geluid dat een halfjaar te kort is en wordt gepleit voor uitstel van twee jaar.

Waar de praktijk echter nog minder baat bij heeft dan te moeten werken met een haperende IT-structuur achter de Omgevingswet, is het steeds last minute besluiten over invoering of uitstel. Gemeenten stellen nodige planherzieningen uit en veel van de toch al schaarse capaciteit wordt ingezet op de voorbereidingen om te gaan werken met de Omgevingswet en is niet beschikbaar voor het reguliere werk, nog afgezien van de extra taken die gemeenten toch al toebedeeld krijgen.

Ook ontwikkelaars en investeerders worstelen. Het proces om te komen tot de realisatie van een bouwplan is vaak lang en vergt al in een vroeg stadium een keuze voor een bepaald vergunningen-traject. Onduidelijkheid over het toepasselijk wettelijk kader en de te volgen procedure is voer voor juristen, maar maakt gemaakte planningen en strategieën voor ontwikkelaars onzeker.

De onzekerheid over het moment van inwerkintreding van de Omgevingswet en het steeds kort van tevoren besluiten over het wel of niet in werking treden draagt daarmee niet bij aan het bereiken van de doelen die de Omgevingswet voor ogen heeft. Bovendien zijn de uitdagingen waar ons land voor staat op het gebied van onder meer de woningbouw, energietransitie en klimaatadaptatie te groot om deze onzekerheid lang te laten voortduren. Daar zou De Jonge zich meer rekenschap van mogen geven. Het lijkt me dan ook noodzakelijk om eerst een duidelijke tijdslijn helder te hebben voor het herstel van de nog altijd aanwezige gebreken, de oefenmogelijkheden en de planning voor behandeling in Tweede en Eerste Kamer. Pas als dat helder is, zou een nieuwe datum moeten worden gepresenteerd. Als die datum verder in de toekomst ligt, dan zij dat zo.

Pieter van der Woerd is advocaat bij NewGround Law