De Jonge: ‘Grondeigenaren moeten mogelijk afwaarderen’

Grondeigenaren moeten hun verwachtingen naar beneden bijstellen en mogelijk afwaarderen om betaalbare bouw mogelijk te maken. Dat zegt Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in een interview met Cobouw.

De Jonge wil zoals bekend de komende jaren 900.000 woningen laten bouwen, waarvan twee derde in het betaalbare segment. De haalbaarheid hiervan is onderwerp van forse discussie, maar vooralsnog houdt de minister aan zijn plannen vast. Hij kijkt liever naar wat wel mogelijk is, laat hij in het Cobouw-interview weten.

Hij ziet echter wel degelijk problemen die de bouw zouden kunnen stagneren, zoals het gebrek aan bouwlocaties. De beschikbare locaties zijn volgens hem vaak binnenstedelijk en mede daardoor complex. ‘Willen we 900.000 woningen realiseren voor 2030, dan moeten we de religieuze twist tussen binnen- en buitenstedelijk bouwen doorbreken’, aldus De Jonge in het interview.

Hij liet daarin verder weten dat een Kamerbrief grondbeleid onderweg is, omdat een goed werkend grondbeleid wel eens het ontbrekende puzzelstukje zou kunnen zijn. In het regeerakkoord staan geen grote maatregelen aangekondigd, wel heeft het kabinet diverse bouwlocaties op het oog.

Volgens de minister drukt de voorgenomen betaalbaarheid van een groot deel van de nieuwe woningen de grondprijzen. ‘Dat doet misschien even pijn bij ontwikkelaars, speculanten en anderen die grond aankochten, maar daar moeten we doorheen. Dit betekent concreet dat op verscheidene plekken grondeigenaren hun verwachtingen moeten bijstellen.’ Hij is daarover optimistisch: ‘Je zult zien dat de markt zich daarnaar zal zetten en de bouw gewoon weer aan de slag gaat’. Grondeigenaren die moeten afwaarderen hoeven echter niet te rekenen op compensatie vanuit het Rijk. ‘Ik ben best bereid te kijken naar wat wel kan, maar eerst zal iedereen moeten inschikken. Ik ga geen ondernemersrisico afdekken.’