Column Van der Woerd en Klijn: Salderingsregels onder druk

Op 4 oktober 2019 legde het Kabinet in een aan de Tweede Kamer gezonden brief uit hoe het samen met het IPO en de VNG het eerste advies van de Commissie Remkes gaat uitvoeren.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 10, 25 oktober 2019

Aanleiding was de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019, die oordeelde dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet langer mag worden gebruikt voor activiteiten die stikstofemissie veroorzaken in (de buurt van) kwetsbare Natura 2000-gebieden. Sindsdien liggen veel (bouw)projecten stil.

In de brief kondigt de minister diverse maatregelen aan. Voor de vergunningenpraktijk zijn vooral de door de minister beschreven mogelijkheden voor salderen van belang, omdat projecten met stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden alleen via die weg vergund kunnen worden. De minister kondigde aan dat de provincies de condities voor salderen nader zouden vastleggen. Op 8 oktober publiceerden de provincies hun nieuwe beleidsregels voor het verlenen van vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb). Vanaf 11 oktober konden er via salderen weer vergunningen verleend worden. Inmiddels zijn we ruim een week verder en hebben vier provincies onder druk van protesterende boeren het beleid alweer ingetrokken. Ook bouwers, baggeraars en grondverzetters hebben op het moment van schrijven aangekondigd zich te gaan melden in Den Haag. Bovendien wordt inmiddels openlijk getwijfeld aan de juridische houdbaarheid van de kabinetsplannen om de stikstof terug te dringen.

De kritiek raakt op dit moment vooral de nieuwe regels voor intern en extern salderen. Voor intern salderen mag onder het nieuwe beleid niet meer met onbenutte delen van een vergunning worden gesaldeerd. Maar het volledig benutten van de vergunde capaciteit vergt forse investeringen, die worden uitgesmeerd over een langere periode. Daarbij is het daadwerkelijk behalen van de volledige vergunde capaciteit vereist om op lange termijn een rendabele business te hebben. Alleen wanneer de initiatiefnemer aantoonbaar stappen heeft gezet met het oog op volledige realisatie en daarvoor aantoonbaar onomkeerbare (investerings)verplichtingen is aangegaan, kan worden uitgegaan van de vergunde (en niet per se gerealiseerde) capaciteit. Ook voor projecten en plannen ten behoeve van onder andere wegen, vaarwegen, spoorwegen, luchtvaart, woningbouw, duurzame energieopwekking en energieprojecten van nationaal belang geldt de vergunde capaciteit.

Bij extern salderen is een generiek afromingspercentage van 30% ingebouwd, met als doel dat er in de praktijk daadwerkelijk een reductie van de stikstofdepositie plaatsvindt. Daarmee wordt weliswaar gewaarborgd dat de totale stikstofdepositie afneemt, maar de regeling heeft financiële consequenties voor betrokken ondernemingen en raakt daarmee aan artikel 1 van het eerste protocol EVRM (bescherming eigendomsrecht). Over enige vorm van compensatie, anders dan de regeling voor warme sanering van de landbouw, wordt in de plannen geen duidelijkheid geboden.

Inmiddels hebben het kabinet en de provincies laten weten meer tijd nodig te hebben om duidelijkheid te bieden over de aanpak van de stikstofproblemen. Uiterlijk 1 december 2019 zullen Rijk en provincies met een nadere invulling komen. In de tussentijd ligt er een voorstel van de Neprom om tot een generiek vrijstellingsbeleid te komen voor tijdelijke depositie in het kader van bouwwerkzaamheden. Laten we hopen dat dat voorstel het haalt!

Anne-Marie Klijn is partner en Pieter van der Woerd associate bij NewGround Law