De politici zijn nog steeds met elkaar aan het kissebissen over wie vooral niet met wie wil.
Door Tom Berkhout
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 9, 29 september 2021
In verhuld taalgebruik verpakte persoonlijke aanvallen worden niet meer geschuwd. Ondertussen wordt steeds duidelijker welke problemen zich opstapelen. Problemen die majeure gevolgen hebben voor de vastgoed- en bouwsector.
De vorige column eindigde ik met de vraag: ‘Gaan we komende Prinsjesdag nog wat meemaken aan lef, visie en daadkracht?’ U weet het antwoord hierop inmiddels, maar ik schrijf deze column een week ervoor, en ik denk het niet. Een demissionair kabinet moet ervoor uitkijken niet een te grote broek aan te trekken, laat staan controversiële maatregelen aan te kondigen. We zullen op Prinsjesdag verheven teksten te horen krijgen over corona, de aantrekkende economie, de druk op de zorg en het onderwijs, de situatie op de woningmarkt en het klimaat: ‘De Nederlandse regering verklaart hierbij plechtig dat er Grote Zorgen en Problemen zijn.’ Daarna gaat men weer verder met het formatiespel. Althans, wanneer de politieke chiropractor Remkes er nog heil in blijft zien.
Tijdens eerdere slepende formaties draaide Nederland schouderophalend verder: ‘We redden ons wel, misschien zijn we wel beter af met wat rust aan het front’. Maar nu ligt het anders. Wat zouden nu daden (niet: woorden) zijn, waarmee een Nederlandse regering zich zou kunnen onderscheiden?
Het onvolprezen Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zei in juli nog dat het verstandig is stikstofmaatregelen gebiedsgericht af te wegen tegen natuur- en klimaatdoelen. In september konden we echter lezen dat het PBL op verzoek van de ministeries van Landbouw en Financiën scenario’s heeft gemaakt waarin het woord ‘onteigenen’ niet meer uit de weg wordt gegaan. De reacties waren voorspelbaar: LTO Nederland bereidt zich voor op een juridische loopgravenoorlog en de boeren starten de trekkers alweer op voor een volgende tocht naar Den Haag. Het kabinet houdt zich gedeisd — het is immers demissionair.
Eerst even wat cijfers ter oriëntatie. Volgens het CBS is meer dan twee derde van de totale oppervlakte van Nederland in gebruik als groene ruimte (68%), waarvan het merendeel agrarisch terrein is (54% van het totaal). Nederland bestaat daarnaast voor 19% uit water en voor 13% uit bebouwd gebied. De bijdrage van de landbouw en de verwerkende industrie aan het BBP is 6,4%. In 2020 hielden we volgens het Compendium voor de Leefomgeving alleen al 102 mln kippen, 3,8 mln runderen, 12 mln varkens, 633.000 geiten en 900.000 schapen. Momenteel wonen er 17,5 mln mensen in Nederland. Wie of wat gaat voor?
Durft een volgend kabinet hier een plan op te trekken en dat ook in volle overtuiging door te voeren? Geld hebben we zat in Nederland als het erop aankomt, denk maar aan corona en de transferunie. Maar of we tijd hebben, gelet op het IPCC-rapport, het stikstofprobleem en het Urgenda-vonnis?
Ik noem voor de vuist weg maar eens wat drastische maatregelen, uitgangspunten zo u wilt.
Trek in de Randstad rode contouren rond bebouwde locaties, voer bestaande harde plannen uit en plan verder geen nieuwbouw meer (en al helemaal niet onder de zeespiegel).
Herontwikkel alleen naar klimaatneutrale of energieproducerende gebouwen, en bepaal dat uitbreiding alleen via hoogbouw mag plaatsvinden.
Koop in het ‘randland’ landbouwgrond op tegen ruimschootse vergoedingen en ontwikkel grootschalige ‘Vinex-locaties’ op hoger gelegen gebieden. Karakteristieken: energieproducerend, lokale gemeenschappen, zeer goede OV-verbindingen.
Verplicht verder Tata Steel over te stappen op waterstof vóór 2030 en laat ook de Rotterdamse haven vérgaand overgaan op waterstof. Verdubbel het aantal bestaande en geplande aantal windparken op zee en schakel kernenergie in voor windstille dagen. Schaal de kustverdediging op, onder meer door kunstmatige eilanden (net als in Hong Kong: zes meter boven de zeespiegel). Verplicht mensen met kantoorbanen om minstens 40% thuis te werken.
Zie ik het niet goed? Ik zie uw suggesties graag tegemoet.
Prof. dr. T.M. Berkhout MRE MRICS is verbonden aan de Nyenrode Business Universiteit