Cabaretier zonder cabrio

Tilburg heeft inmiddels zijn eigen vastgoedprofessor, Dirk Brounen. Maar de universiteit wacht meer: een VastgoedLab waar ondernemende vastgoedbedrijven hun kennis van de dagelijkse werkelijkheid kunnen toetsen aan de waardevrije wetenschap. door Wabe van Enk PropertyNL Magazine Nr. 3 - 4 maart 2011

Tilburg heeft inmiddels zijn eigen vastgoedprofessor,
Dirk Brounen. Maar de universiteit wacht
meer: een VastgoedLab waar ondernemende vastgoedbedrijven
hun kennis van de dagelijkse werkelijkheid
kunnen toetsen aan de waardevrije wetenschap.

door Wabe van Enk

PropertyNL Magazine Nr. 3 - 4 maart 2011


In 't kort:
• Brounen van
Rotterdam naar
Tilburg
• VastgoedLAB wil
dialoog met markt
• Uitwisseling van
ideeën met
vastgoedpartijen en
eindgebruikers

Brounen wordt vaak gezien als wonderkind, omdat hij jonger
oogt dan 34 en toch professor is. Maar de jonge Brounen
was op de middelbare school in Rolduc allerminst een
wonderkind. Door dyslexie grossierde hij aanvankelijk in
onvoldoendes voor vreemde talen. Door de groei van zijn
hersenhelften, een dosis discipline en doorzettingsvermogen
belandde hij uiteindelijk toch op de Universiteit van
Maastricht. Daar viel de eigenwijze Brounen in de smaak
bij een andere dwarse denker: hoogleraar Piet Eichholtz.
Deze professor is ook iemand die ogend als student ‘professor’
op zijn kaartje mocht zetten.
In het kielzog van Eichholtz ging Brounen na vier jaar
Maastricht mee naar de Universiteit van Amsterdam.
Eichholtz als professor/entrepreneur, Brounen als promovendus.
Hij rook aan de wetenschap bij het Tinbergen
Instituut en aan de praktijk bij Global Property Research
– toen een bedrijf van Piet Eichholtz en Kees Koedijk. De
naam van Koedijk zou in het verdere vervolg steeds opduiken.
Praktijk en wetenschap blijken bij Brounen een gelukkig
combinatie want we zien in de publicaties samenwerkingen
met Patrick Kanters (nu voor APG verantwoordelijk
voor vastgoed) en Hans op ’t Veld (nu voor PGGM verantwoordelijk
voor genoteerd vastgoed). Tijdens het promoveren
bij Eichholtz blijkt ook de interesse van de leerling
voor kijkjes buiten de Amsterdamse ivoren toren. Brounen
maakt prestigieuze uitstapjes buiten het vastgoed,
zoals een onderzoek naar beursgangen en technologie
met McKinsey, maar meer nog de door Eichholtz altijd
begeerde, maar door tijdsgebrek nooit gerealiseerde uitstap
naar de universiteit van Berkeley in Californië. Waar
andere studenten heen trekken voor de gebronsde Beverly
Hills babes, slurpte Brounen de vastgoedkennis van dé
vastgoeduniversiteit van de wereld. Berkeley is meer dan
vastgoed, want met Silicon Valley in de achtertuin is Berkeley
ook de businessschool van de nieuwe digitale wereld.
Brounen put nog steeds uit de manier waarop de
Amerikanen studeren, hun opleidingen organiseren en
hun alumni begeleiden. En hij heeft school gemaakt: nu
studeert Nils Kok daar met gezaghebbende onderzoeken
naar milieueffecten op de waarde van kantoren.
Kinderschoenen
In de beginjaren van deze eeuw scoort Brounen met zijn
dissertatie naar securitisatie van vastgoedaandelen. Tientallen
publicaties in internationale wetenschappelijke bladen,
nationale zoals Economisch Statistische Berichten en
Real Estate Quarterly volgen. De manier om aandelen en
obligaties te verpakken is in 2003 al gemeengoed, maar
vastgoed staat dan nog in de kinderschoenen. Toen het
bergschoenen werden, bracht de kredietcrisis veel securitisatie
in diskrediet, maar toen zat Brounen al lang en
breed aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Na zijn
promotie in 2003 heeft hij de benoeming als universitair
docent al in zijn zak. In Amsterdam blijven was geen optie
voor de promovendus omdat dat zou gaan rieken naar
inteelt.
Rotterdam is ergens een verrassing, want tot dan toe was
vastgoed op de Erasmus een vergeten categorie. Maar voor
insiders is zijn eerste baan niet verrassend, want de vakgroepvoorzitter
in Rotterdam was niemand minder dan
Kees Koedijk. Hij is de hoogleraar die samen met Piet
Eichholtz allerlei leuke uitstapjes had gedaan: met Global
Property Research en Finance Ideas dat nog steeds in
Utrecht furore maakt, maar toch de wetenschap trouw is
gebleven. In Rotterdam weet Brounen een waar netwerk
om zich heen te bouwen met specialisten uit verschillende
disciplines. Een voorbeeld is Peter Neuteboom, woningmarktspecialist
afkomstig van de Technische Universiteit
Delft. Ook schakelt hij makkelijk met bedrijven zoals PwC
en instellingen zoals het NHG (stichting Nationale Hypotheek
Garantie) en NVM. De combinatie tussen theorie
en praktijk gaat hem zo goed af dat de universiteit hem na
vier jaar hoogleraar maakt aan de RSM Erasmus University,
de Business School van de Erasmus Universiteit in
Rotterdam. Amper dertig jaar oud is hij een van de jongste
hoogleraren in Rotterdam.
Nieuw e wind
Nu, na bijna drie jaar, is het voor Brounen tijd voor een
volgende stap. In Rotterdam wordt zijn leerstoel niet vervangen.
Er waait een nieuwe wind onder een nieuwe decaan.
Wel blijft Brounen betrokken bij zijn drie pupillen
die aan het promoveren zijn. Eén wil verder in de wetenschap,
de andere werkt nu al bij een bank (Rabo International)
en de andere werkt volop samen met NHG aan een
onderzoek naar hypotheekrisico.
In Tilburg ontmoet hij, niet toevallig, een decaan van de
Tilburg School of Economics en Management, die al eerder
van hem gecharmeerd was: prof. dr. Kees Koedijk.
Koedijk haalt in zijn woorden ‘een van Europa’s meest
productieve vastgoedwetenschappers’ naar Tilburg. In het
financieel-economisch onderzoek blijkt Tilburg de laatste
jaren juist bijzonder te scoren, alleen is het zuiver wetenschappelijk,
zo betoogt Brounen.
Voor de doorsnee-vastgoedpraktijkman draait het om
Delft met prof. Hans de Jonge met de extra leerstoel gebiedsontwikkeling
van prof. Friso de Zeeuw, en Amsterdam
met zijn Amsterdam School of Real Estate met prof.
Van Gool als afgeleide. Gaan we dan verder het land in
dan horen we nog van Eindhoven waar prof. Keeris iets
moois heeft opgezet (nu Delft en Tias Nimbas), Groningen
waar prof. Nozeman van zich heeft doen spreken.
Nijmegen was altijd een bolwerk van planologen (prof.
Needham en nu prof. Krabben), maar Tilburg?
Daar wil Brounen verandering in brengen en wel met iets
nieuws. Naast zijn colleges en onderzoeksagenda introduceert
hij nog een derde poot, het VastgoedLAB. Bedrijven
kunnen zo van zeer dichtbij kennis maken met de meest
recente uitingen van de wetenschap. Het is tweerichtingsverkeer.
De bedrijven vertellen van hun vragen uit de dagelijkse
beroepspraktijk, de wetenschappers confronteren
ze met wat kan komen of zou moeten komen, en samen
werken ze aan praktisch bruikbare studies. Vier bedrijven
met wie Brounen al vaak en lang heeft samengewerkt bijten
de spits af: Amvest, FGH Bank, PwC en PGGM. Het
kan zijn dat er nog een paar bijkomen, maar niet te veel.
‘Het is het mooiste wanneer er een wachtlijst komt. Niet
alle bedrijven zijn namelijk geschikt. Er moet sprake zijn
van een echte uitwisseling. Dat lukt lang niet altijd.’
Brounen verheugt zich op de Tilburgse wereld waar hij
zich 2,5 dag kan onderdompelen in onderzoek samen met
de Brabantse ‘nerds’. ‘Het zijn dagen dat ik vergeet te eten
en naar de wc te gaan’, aldus Brounen. De andere dagen
moet Brounen aan de bak voor studenten van de Universiteit,
de mba-opleiding TiasNimbas of bij bevriende universiteiten,
zoals Eindhoven. ‘Toen ik puber was, hebben ze
in de klas een voorspelling gedaan waar ik na twintig jaar
zou zijn. Keuze één was: hij rijdt in een cabrio, keuze twee,
hij staat in het theater als cabaretier. Ik denk dat de tweede
optie het meeste gelijkt. Ik houdt mensen een spiegel voor,
net zoals een cabaretier, alleen dan vanuit de wetenschap’.
En komt die cabrio er ook? Zijn vroegere collega-auteurs
kunnen zich inmiddels in topfuncties zo’n opklapdak makkelijk
veroorloven. Toch is dat niet de ambitie van Brounen
die best dertig jaar te vinden kan zijn in het VastgoedLAB.
Brounen: ‘Wat ik ook doe. Ik wil één ding leidend hebben:
de wetenschap.’