Een op de vijf jongeren tussen de 18 en 30 jaar wil de komende twee jaar beslist verhuizen, dat meldt het CBS op basis van onderzoek naar woonsituatie en woonbeleving.
Dat percentage is lager dan in 2015, toen 26% zeker wilde verhuizen. Tegelijkertijd is het aandeel jongeren dat zegt wel te willen verhuizen maar niets te kunnen vinden, meer dan verdubbeld: van 5% in 2015 naar 11% in 2021.
Jongeren in Groningen (70%) overwegen het vaakst te verhuizen. Deze verhuis-geneigde jongeren zijn zowel de jongeren die hebben aangegeven beslist wel of misschien te willen verhuizen in de komende twee jaar, als jongeren die wel zouden willen verhuizen, maar niets kunnen vinden. In Zeeland (55%) en Overijssel (56%) wonen relatief weinig jongeren met een verhuiswens.
Meer jongeren willen een koopwoning. Van de jongeren tussen de 18 en 30 jaar met een verhuiswens wil 54% naar een koopwoning verhuizen, en 46% naar een huurwoning. In 2012 was dit nog respectievelijk 40 en 60%. Meer jongeren wonen nog thuis. De afgelopen jaren is het aandeel 18- tot 30-jarigen dat nog bij hun ouders woont toegenomen, van 44% in 2012 naar 53% in 2021. Ook het aandeel jongeren dat een woning huurt van een private verhuurder is in deze periode gestegen, van 10 naar 15%. Daarentegen woonden jongeren in 2021 minder vaak dan in 2012 in een corporatie- of in een koopwoning.
