De Endstra-tapes

Publicatie van ‘De Endstra-tapes’ maakt veel duidelijk over hoe de Amsterdamse politie werkt en over hoe kwetsbaar Endstra was. Ook wordt de plaats van Erik de Vlieger in de zaak-Holleeder duidelijker. Het boek roept daarnaast veel vragen op de positie van de advocaten en de media. Gepubliceerd in PropertyNL Magazine, 11 mei 2006

Publicatie van ‘De Endstra-tapes’ maakt veel duidelijk over hoe de Amsterdamse politie werkt en over hoe kwetsbaar Endstra was. Ook wordt de plaats van Erik de Vlieger in de zaak-Holleeder duidelijker. Het boek roept daarnaast veel vragen op de positie van de advocaten en de media.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine, 11 mei 2006


door Wabe van Enk

De gesprekken tussen vastgoedhandelaar Endstra en de Criminele Inlichtingeneenheid van de Amsterdamse politie liggen letterlijk op straat met het boek ‘De Endstra-tapes’. Samen met onderdelen van de dagboeken van Endstra en de door Erik de Vlieger gepubliceerde verhoren is een reconstructie te maken van vastgoedafpersing. Conclusie: het is een Amsterdams probleem van enkele personen. Van een grootschalige verwevenheid tussen onderwereld en vastgoed lijkt geen sprake.

Stelling 1: Hoe meer dossiers, hoe beter de overdrijving van journalisten zichtbaar wordt
PropertyNL houdt zich bezig met het transparant maken van het vastgoed, waarbij niet-transparante onderdelen worden gemeden. In de hele wereld zijn drugs, seks- en sommige horecagelegenheden in handen van de onderwereld en dat zal altijd wel zo blijven. Uitgedrukt als percentage van de totale vastgoedactiviteit is het verwaarloosbaar, tenzij het percentage substantieel verandert. Prof. Eichholtz suggereerde dit op basis van de vele Endstra-berichten, maar uit onze onderzoeken blijkt dat niet. Nu er 254 A4’tjes uit het strafdossier naar afpersing in de vastgoedsector zijn gelekt en gebundeld in ‘De Endstra-tapes’ is het interessant om te kijken of het daaruit wel blijkt. De gesprekken tussen politie en Endstra zijn natuurlijk geen objectieve waarheden, maar door de hoeveelheid komen er wel steeds meer feiten boven water. Uit de tapes blijkt dat het aantal afrekeningen is toegenomen, maar dat dit met name de onderwereld zelf treft. Eigenlijk valt juist op hoe klein de Endstra/Holleeder-scope is met maar een paar bekende transacties (waaronder World Fashion Center).

Stelling 2: Nederland is niet in staat mensen die bedreigd worden te beschermen.
Eigenlijk is de publicatie van ‘De Endstra-tapes’ treurig voor de Nederlandse rechtsorde.De gesprekken tussen Endstra en de Criminele Inlichtingeneenheid (CIE) bevestigen wat al langer werd gedacht. De met de dood bedreigde Endstra wilde samenwerken met de politie om voormalig Heineken-ontvoerder Willem Holleeder achter slot en grendel te krijgen. Hij had echter één probleem. Wanneer hij zou getuigen tegen Holleeder zou deze voor afpersing tot drie à vijf jaar worden veroordeeld en zou Endstra zelf of zijn gezin alsnog worden geëxecuteerd. Hij wilde dat Holleeder meervoudige moord ten laste zou worden gelegd en meer dan twintig jaar zou krijgen. Pijnlijk duidelijk wordt uit de gesprekken met de rechercheurs dat zij incompetent waren. In plaats van de zorg om hun kroongetuige verliezen zij zich in details. Endstra weet dan dat hij geen bescherming van de politie krijgt en wat in alle gesprekken met de politie aan de orde komt gebeurt: hij wordt vermoord.

Stelling 3: Journalistiek neemt rechtspraak over
Een belangrijke vraag wordt in het boek niet beantwoord: wie leverde die tapes aan de journalisten? Na de moord op een potentiële kroongetuige is het lekken van de tapes een tweede brevet van onvermogen van de recherche. Niemand, misschien zelfs de journalisten zelf niet, weten wat het doel daarvan is. Hier is dus een ongecontroleerde vijfde macht aan het werk die reputaties kan maken en breken. Met rechtszekerheid heeft dat niets te maken. Voorbeeld is in deze zaak het verhaal van ‘topcrimineel’ Mieremet in De Telegraaf die zegt dat Endstra ‘bankier van de onderwereld is’. Het verhaal wordt overal geciteerd, maar de Endstra-tapes geven een ander beeld. Door nu deze tapes openbaar te maken komen aparte krachten los. Met name Holleeders advocaat Bram Moszkowicz komt in een lastig pakket. Uit de tapes doemt het beeld op van een advocaat die in handen is van zijn cliënten. Hij maakt gratis gebruik van een Endstra-huis, Endstra’s Ferrari en het kantoor is door Holleeder van bewakingscamera’s voorzien. Voor Moszkowicz rest een duivels dilemma: wanneer zijn cliënt flink lang achter slot en grendel blijft, kan hij rustig zijn toga aan de wilgen hangen. Over zijn vertrek speculeert hij in de Volkskrant. Zorgt hij voor vrijspraak of een geringe gevangenisstraf dan is het maar de vraag hoe rustig zijn verdere leven zal zijn.

Stelling 4: De tapes schetsen een onzekere Endstra
Endstra vertelt dat hij iemand is met een ‘gerenommeerd’ bedrijf, wiens reputatie ten gronde was gericht. Vaak praat hij tegen de recherche over zijn hoge moraal. Hij deed niets in drugs en sekspanden wilde hij niet hebben. Zijn omgang met Holleeder was zelfs voortgekomen uit een soort reclasseringsgevoel om de jongen weer op het goede pad te helpen. Het doet allemaal wat zielig aan. Duidelijk is dat de man een wat gebrekkig beeld had van hoe de omgeving naar hem keek – daar doe je geen zaken meer mee - terwijl hij daar toch wel signalen over kreeg. Hij vertelt bijvoorbeeld zelf dat vastgoedbelegger Hummel de banden met hem verbrak ‘vanwege zijn omgang met boeven’.
De gesprekken missen structuur en strategie. Je zou denken dat Endstra zich goed voorbereidde omdat het voor hem een zaak van leven en dood was. Dat zou je ook verwachten van de recherche: hij was op dat moment de belangrijkste getuige van Nederland.
De gesprekken hebben echter een hoog theekrans-gehalte, waarbij Endstra namen door de war haalt en de rechercheurs grossieren in politiegrappen. Zij missen een plan van aanpak dat van Endstra een kroongetuige maakt, waardoor de recherche Holleeder twintig jaar achter slot en grendel krijgt.
Endstra komt naar voren als een weinig stabiele figuur: zijn vrouw heeft hem uit huis gezet, hij slaapt alleen dankzij pillen en zijn zakenrelaties laten hem in de steek. Hij vertelt hoe huisbankier ABN Amro de banden verbreekt en hoe het oprichten van bv’s hem wordt bemoeilijkt. Zijn afpersers betaalt hij vaak te laat en te weinig, hetgeen duidt op liquiditeitstekort. Hij zegt iets te vaak dat hij niet om geld geeft. Hij wedt duidelijk op meerdere paarden: tientallen miljoenen voor Holleeder en wat samenwerking met de politie. . Hij komt zo niet tot een strategie om van de afpersing af te komen, terwijl hij ziet dat anderen dat wel kunnen. Hij verwijst in de tapes vaak naar Hummel die niet kruipt voor anderen. Het Endstra-verhaal sterkt het idee dat niet hij, maar Hummel de architect was van de grote deals met onder meer met Bouwfonds Property Finance.

Stelling 5: Steeds meer gegevens over behandeling van De Vlieger
De enige persoon die in de Endstra-tapes voorkomt die ook veel in deze kolommen heeft gefigureerd is Erik de Vlieger. PropertyNL heeft in de periode tot 2004 toen hij de hemel in werd geprezen, kritische noten gekraakt over de veelheid van projecten, de relaties met Endstra en de snelle diversificatie. Tegelijk sprak er waardering uit voor de ondernemingszin: deals zoals Elsevier en Mexx, met strategische aankopen die een belofte voor de toekomst kunnen zijn (Babylon, Conservatorium). Begin 2005 heeft hij afscheid moeten nemen en is één bak publicitaire ellende over hem heen gestort, behalve in dit blad. Uit de tapes blijkt dat de rechercheurs bij Endstra probeerden te achterhalen hoe De Vlieger werd afgeperst. In tegenstelling tot Endstra koos De Vlieger voor een heldere strategie: hij werkte niet mee. Hij wilde zijn gezin niet wagen aan een recherche die Holleeder waarschijnlijk maar enkele jaren wegens afpersing uit de roulatie zou halen. Bij alle verhoren blijkt dat De Vlieger zich op zijn tong bijt wanneer afpersing en/of Holleeder ter sprake komt. Het openbaar ministerie heeft toen de druk opgevoerd door hem niet alleen als getuige maar ook als verdachte te brandmerken. Hierdoor stortte eind 2004 het Imca-imperium in. Hij handhaafde echter zijn strategie en plaatste alle verhoren op internet. Holleeder kon zich er zo van vergewissen dat hij niet was doorgeslagen. Met de kennis van Endstra en na lezing van de Endstra-tapes is die aanpak – hoe maatschappelijk ongewenst ook – zeer begrijpelijk.