Heimstaden heeft hoop dat institutionele beleggers eindelijk serieus genomen worden in Den Haag. Maar grondprijzen moeten wel realistisch zijn.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 1, 28 januari 2022
Jasper Bos, hoofd Asset Management van Heimstaden, vindt dat ze het hoofdstukje over de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening mooi zijn begonnen: Wonen in een goed, duurzaam en betaalbaar huis in een leefbare wijk is een eerste levensbehoefte. Dat is de eerste zin in het coalitieakkoord over het onderwerp wonen.
Erkenning
Wat Bos ook bemoedigend vindt, is dat in dit coalitieakkoord de institutionele belegger genoemd staat: ‘De rol die de institutionele belegger kan spelen in het aanjagen van de woningbouwproductie wordt daarmee erkend. Ik verwacht daarom dat de IVBN als vertegenwoordiger van de institutionele beleggers regelmatig overleg zal hebben met de nieuwe minister van Wonen en zijn ministerie.’
Heimstaden, de aan de Zweedse beurs genoteerde woningbelegger die actief is in Noord- en een stukje Oost-Europa, heeft grote groeiambities. De Nederlandse portefeuille bestaat uit 13.500 wooneenheden, en ook hier wil de belegger uitbreiden. De woningverhuurder heeft daarbij heel Nederland op zijn netvlies, binnenstad en buitengebied, en wil actief zijn in alle huursegmenten. Bos: ‘Die portefeuille hebben we vooral opgebouwd door portefeuilles met bestaande bouw over te nemen en te verduurzamen, maar we willen zeker ook investeren in ontwikkeling. Hoewel we zelf niet ontwikkelen, willen we natuurlijk wel de bouw stimuleren middels forward funding.’
Crisismanagement
Wil de woningbouw echter op gang komen, dan moet de nieuwe minister zijn regierol stevig ter hand nemen, vindt Bos: ‘Minister De Jonge is met de pandemie nu gewend aan crisismanagement en dat is maar goed ook, want op de woningmarkt is het ook crisis. Zoals hij door noodwetgeving de pandemie aanpakte, moet dat ook op de woningmarkt gebeuren. De procedures om tot woningbouw te komen zijn nu veel te lang, dat moet veranderen. Er zijn zeker parallellen met de coronacrisis: ook toen werden er maatregelen genomen die voor sommigen erg impopulair waren. Dat moet ook op de woningmarkt gebeuren om tot nieuwbouw te komen.’
Verder zou Bos graag zien dat het Rijk de capaciteit bij de gemeenten in het kader van die woningbouw versterkt. Nu lopen plannen ook vertraging op omdat de gemeente simpelweg te weinig mensen heeft. ‘Misschien is een flexibele poule van mensen die rouleren over diverse gemeenten een idee, waarbij het Rijk financiële ondersteuning biedt.’
Realistische grondprijzen
Maar essentieel bij woningbouw is volgens hem dat gemeenten realistische grondprijzen gaan hanteren. ‘Zonder realistische grondprijzen kunnen we met de stapeling van regels die we nu hebben, niet tot betaalbare woningen komen, en dat raakt de mensen.’ Bos kan zich daarom ook niet vinden in de conclusies van adviesbureau Stec. Dat concludeerde dat gemeenten weliswaar de grondprijzen voor woningbouw in 2022 gemiddeld met 4,5% verhogen, maar dat een verhoging van 25–30% aan de orde zou moeten zijn, op basis van de residuele benadering waarin reële prijsstijgingen uit de markt zijn doorberekend. Bos: ‘Woningbouwprojecten komen alleen van de grond als gemeenten met marktpartijen per project om de tafel zitten, kijken wat de eisen en mogelijkheden zijn en er gezamenlijk uitkomen. Alleen zo kunnen we een versnelling aanbrengen in de woningbouw. Met meer regelgeving wordt er echt niet meer gebouwd: meer regelgeving resulteert er alleen maar in dat wij de taart anders gaan aansnijden.’