'Gemeenten slagen matig in verkopen eigen vastgoed'

Gemeenten zien het verkopen van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed als het belangrijkste middel om kostenreducties op de exploitatie en het beheer hiervan te realiseren. Ze slagen er echter slechts in beperkte mate in objecten te verkopen.

Gemeenten zien het verkopen van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed als het belangrijkste middel om kostenreducties op de exploitatie en het beheer hiervan te realiseren. Ze slagen er echter slechts in beperkte mate in objecten te verkopen.

Dit blijkt uit de Barometer Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed 2015 die is gepresenteerd. Dit onderzoek is voor de zevende keer afgenomen door het lectoraat Maatschappelijk Vastgoed van de Hanzehogeschool Groningen, onder leiding van dr. ing. Jan Veuger MRE FRICS.

Van de 393 benaderde gemeenten hebben 173 gemeenten hieraan meegewerkt. Onder hen is de verhouding tussen kleine, middelgrote en grote gemeenten redelijk representatief.

Het behalen van kostenreducties is voor de gemeenten het meest actuele - aan vastgoed-gerelateerde - beleidsthema, zo blijkt uit het onderzoek. Driekwart van de gemeenten ziet het verkopen van maatschappelijk vastgoed als een middel om kosten te beheersen, maar de verkoopscores zijn achteruit gegaan. Hadden zij in 2014 gemiddeld 2,7 objecten in de verkoop staan, waarvan er gemiddeld 1,2 (44%) verkocht zijn, in 2015 hadden zij 7,2 panden op de verkooplijst en hebben zij er gemiddeld 1,5 (21%) kunnen afstoten.

Hoewel er gemiddeld meer panden door gemeenten in de verkoop zijn gezet, is het aantal fte’s dat zich bij het gemeentelijk apparaat bezighoudt met vastgoed ruimschoots verdrievoudigd. In 2014 was er gemiddeld 4,4 fte bij betrokken, in 2015 gemiddeld 14,9 fte. Veruit de meeste fte’s houden zich bezig met uitvoerende taken. De meeste gemeenten verwachten overigens dit dit aantal de komende jaren zal afnemen.

Hoewel de meeste gemeenten in ons land een beleid geformuleerd hebben met betrekking tot het eigen gemeentelijk vastgoed, heeft bijna de helft van de gemeenten geen maatregelen genomen ten aanzien van financiële risico’s op het gebied van maatschappelijk vastgoed.

Ongeveer de helft van alle gemeenten heeft een onderhoudsbeleid, gemeentelijk vastgoedbeleid, accommodatiebeleid, verhuurbeleid, visie op vastgoedmanagement en een huurprijsbeleid en/of exploitatiebeleid. Een uitzondering is het risicomanagementbeleid. Slechts een beperkt aantal gemeenten heeft proactieve maatregelen getroffen ten aanzien van financiële risico’s op het gebied van maatschappelijk vastgoed. Een groter aantal gemeenten treft maatregelen door financieel te monitoren en bijna de helft van het aantal aan het onderzoek meewerkende gemeenten heeft hierin nog helemaal geen stappen gezet.

Gemeenten trekken zich ook terug op het punt van verantwoordelijkheid nemen voor het aanwezige gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. In 2008 zag 80% van de gemeenten de taken met betrekking tot het vastgoed als gemeentelijke kerntaken, in 2015 was dat nog maar 50%. Uitbesteden van deze kerntaken is bij driekwart van de gemeenten overigens niet aan de orde. Als er een taak wordt uitbesteed betreft die beheer en exploitatie van het vastgoed.

De knelpunten die de gemeenten ervaren bij het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed zijn het ontbreken van een kostendekkende huur, te lage bezettingsgraden en de versnippering van taken.
Meer dan vorig jaar zijn gemeenten het eens met de stelling dat woningcorporaties ten aanzien van maatschappelijk vastgoed meer te bieden hebben dan marktpartijen. Dit is volgens het onderzoek opvallend omdat gemeenten in 2015 belangrijk meer aangeven dat zij op dit punt samenwerken met commerciële partijen: 9% in 2014 tegenover 39% in 2015.

De ondervraagde gemeenten zien opnieuw Enschede als stad die het best omgaat met gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. Ook Almere en Utrecht worden door gemeenten als koplopers gezien.

Laatste nieuws

Evenementen