Steeds meer kleine winkels sluiten de deuren in Amsterdam: ze kunnen de huur niet meer betalen, zo schrijft The Guardian.
Het Britse nieuwsmedium was te gast in thee- en koffiewinkel 't Zonnetje aan de Haarlemmerdijk, opgericht als kruiden- en kolenzaak in 1642. In juni valt het doek voor de 76-jarige eigenaresse Marie-Louise Velder, die de zaak de laatste 26 jaar heeft gerund. In 1999 betaalde ze nog 975 gulden huur per maand, nu kijkt ze tegen een huurverhoging tot € 4.500 per maand aan, met terugwerkende kracht vanaf september vorig jaar. Dat is de helft meer dan de € 3.000 die ze nu moet betalen. 'Ik word er ziek van.' Volgens Velder is veel traditionele winkels hetzelfde lot beschoren. 'Ze gaan allemaal dood.' Wel krijgt Velder veel steunbetuigingen na een publicatie over de aanstaande sluiting in Het Parool, die ook de aandacht van The Guardian trok. Maar met een dagelijkse omzet van hooguit € 300 kan ze het niet meer bolwerken. Daarnaast loopt er nog een geschil met ondernemer Jan Riemens, die Velder in 2019 financieel steunde, maar het geld weer terug wil zien.
Plaatsmaken voor Nutella-pannenkoeken
In de plaats van kleine winkels komen vaak ketens en souvenirwinkels. Een bezoeker van de winkel, zelf ondernemer: 'Er zijn hier heel veel kaas- en Nutella-pannenkoekenwinkels en allerlei toeristenzaken. Toeristen zijn prima, maar dit soort zaken moeten er óók zijn.' Dat vindt ook erfgoedorganisatie Heemschut. Maar behoud is moeilijk, zegt directeur Karel Loeff. 'We kunnen de houten balken en schappen behouden, maar niet de functie. We kunnen niet zeggen: dit is een originele theewinkel en die moet voor de toekomst bewaard blijven. Lokale winkels die al decennialang door particuliere eigenaren worden gerund, zijn juist wat steden uniek maakt. Als je die wegdrukt en alleen nog standaardmerken en ketens overhoudt, verdwijnt de aantrekkelijkheid van de stad.'
Lokaal effect
Dat vindt de gemeente Amsterdam ook wel: sinds 2017 mogen winkels die zich voornamelijk op toeristen richten zich in delen van het centrum niet meer vestigen. Alleen vindt stedelijk geograaf Iris Hagemans dat er te veel wordt gegeneraliseerd, zegt ze tegen The Guardian. Het toerisme zorgt hier en daar voor een 'monocultuur in het winkellandschap', maar vaak profiteren andere winkels in de buurt juist van toeristen die langskomen. 'Ik denk dat die monocultuur soms wordt voorgesteld als een soort olievlek die zich uiteindelijk over de hele stad zal verspreiden, maar het effect is veel lokaler.'
Ondernemers steunen met het reguleren van commerciële huren vindt Hagemans niet per se een oplossing: 'Er zit vaak een groot verschil tussen het type winkels dat mensen zeggen graag in hun buurt te willen zien en het soort winkel waar ze daadwerkelijk komen. Er is dus een risico dat je een functie ondersteunt waarvoor eigenlijk geen echte vraag bestaat.'