NOM: Regionale economie maakt grote sprongen

In Noord-Nederland zijn nog grote kavels beschikbaar. Oók voor de elders verfoeide datacenters.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 10, 22 oktober 2021

Druk is het, zegt Sander Oosterhof van de regionale ontwikkelingsmaatschappij NOM. ‘Echt héél erg druk. Het aantal leads dat bij ons binnenkomt ligt behoorlijk veel hoger dan drie of vier jaar geleden.’ Ook in coronajaar 2020 was de animo van potentiële nieuwkomers groot, aldus Oosterhof, manager van het team dat voor de provincies Friesland, Groningen en Drenthe buitenlandse bedrijven binnenhaalt. Vervolgens duurt het dan wel even voor de ‘landing’. Zo is Google door Oosterhof en zijn collega’s drieënhalf jaar gemasseerd, voordat het bedrijf besloot zich in 2016 met zijn datacenter te vestigen in Eemshaven, het uiterste noordoostelijke puntje van Nederland.

Prima resultaat
Dat een coronadip uitbleef, is volgens Oosterhof te danken aan het soort bedrijvigheid in de regio, zoals de sterk vertegenwoordigde agrofood-sector. ‘In Amsterdam en omstreken was corona een drama, maar het is redelijk voorbijgegaan aan de randen van Nederland. Wij hebben hier minder last van economische schommelingen.’ Concreet verwacht Oosterhof dit jaar vijf of zes landingen, waarbij het in enkele gevallen gaat om uitbreidingen van buitenlandse bedrijven die al in de noordelijke regio zijn gevestigd. Geen indrukwekkend aantal, erkent hij. Maar voor deze regio is het volgens hem een prima resultaat.

Enorme inhaalslag
De regionale economie maakt grote sprongen, zeker de laatste jaren. Oosterhof: ‘Noord-Nederland heeft een enorme inhaalslag gemaakt. Als NOM zijn we heel hard bezig geweest om de achterstand weg te werken. Het gemiddelde inkomen is nog wel wat lager, maar wonen is hier ook een stuk goedkoper.’ Waaraan de regio zijn opmars heeft te danken? Deels aan beleid, de decennialange pogingen van de Rijksoverheid om bedrijven over Nederland te spreiden.
Dat pakte niet altijd fortuinlijk uit. Chemieconcerns Akzo en DSM zorgden voor een opleving in het Drentse Emmen, maar krompen in de jaren ’90 van de vorige eeuw drastisch in. De naar Groningen overgeplante PTT keerde in diezelfde periode terug naar Den Haag. Daar kwam volgens Oosterhof echter wel wat uit voort: een flink aantal ict-start-ups, geconcentreerd op de Campus Groningen. ‘De PTT deed destijds veel research op ict-gebied en besteedde de ontwikkeling grotendeels uit aan lokale bedrijven. Hier gevestigde Rijksdiensten als RDW en DUO doen nu hetzelfde.’
Met het vertrek van grotere bedrijven is niet alles verloren. Zo keerde de Amerikaanse producent van medische apparatuur Cordis het Drentse Roden ruim tien jaar geleden de rug toe. Jammer, maar rond het bedrijf waren veel lokale bedrijfjes ontstaan die inmiddels voor veel regionale werkgelegenheid zorgen. Oosterhof: ‘Eigenlijk leveren zij meer toegevoegde waarde dan Cordis, dat zijn centjes uitkeerde aan zijn aandeelhouders in de Verenigde Staten.’

Economische hausse
Een andere impuls voor het noorden is de economische hausse in heel Nederland, die toenemend ruimtetekort veroorzaakt. De blik richt zich dan als vanzelf naar deze regio, waar nog volop hectares beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld op bedrijventerrein Bargermeer in Emmen (600 hectare) en op Eemshaven, waarvoor net tot een uitbreiding is besloten van – eveneens – 600 hectare. Oosterhof: ‘In Amsterdam is het feest als er 25 hectare beschikbaar komt voor nieuwe ontwikkelingen. Hier in Eemshaven neemt alleen al het datacenter van Google een paar honderd hectare in beslag. Dat hier nog fatsoenlijke ruimte is, is voor footloose bedrijven een duidelijke pre.’
Zo is een datacenter niet speciaal gebonden aan een locatie, als er maar ruimte is. Google tekende afgelopen zomer nog voor een kavel van 15 hectare op bedrijventerrein Hoogebrug Winschoten in de Groningse gemeente Oldambt. Mogelijk verrijst ook daar een datacentrum. De regio ziet geen bezwaren, anders dan in bijvoorbeeld de Wieringermeer, waar bewoners ertegen te hoop lopen. ‘Hier is dat minder een issue. Er zijn zeker gesprekken over, maar we blijven veel moeite doen om nieuwe datacenters binnen te halen. Tot nu toe zien we die als een positief verhaal.’

Bedenkingen
En distributiecentra, vinden die ook hun plek in de noordelijke provincies? De ruimte is er, maar een centralere locatie in het land ligt voor deze bedrijven meer voor de hand, denkt Oosterhof. ‘Gemeenten hebben er wel belangstelling voor, maar voor bedrijven is deze plek niet helemaal logisch. Over de arbeidsplaatsen die distributiecentra opleveren, heb ik trouwens mijn bedenkingen. Vaak moeten werknemers toch uit Oost-Europa worden gehaald. Het is ook een redelijk vluchtige business. Als de grond elders goedkoper is, verhuizen die bedrijven zo.’
De NOM mikt liever op hoogwaardiger werkgelegenheid en kapitaalintensievere bedrijvigheid. ‘Dat is duurzamer’, aldus Oosterhof. De ontwikkelingsmaatschappij zet in op verschillende clusters, zoals duurzame productie in de agro-foodsector. ‘We gaan nu vooral meer acquisitie doen voor innovatieve bedrijven die bijdragen aan de energietransitie en de vergroening van de economie.’ Een voorbeeld is Shine, een Amerikaanse scale-up die afgelopen zomer de bouw aankondigde van een energiezuinige isotopenfabriek voor medische toepassingen in Veendam. Een ander voorbeeld is bioplasticbedrijf Avantium, dat een proeffabriek plaatste in Delfzijl, die over een kleine twee jaar mogelijk plaatsmaakt voor een commerciële fabriek.

Andere omvang
Bij het actief werven van nieuwe vestigers aast Oosterhof niet op bedrijven uit specifieke landen. ‘Daar geloof ik niet in. We moeten ons afvragen: waar zijn we goed in en welke sectoren horen daarbij?’ In de praktijk domineren Amerikaanse en Europese bedrijven (vooral uit Duitsland en Scandinavië) en ook een aantal Japanse bedrijven koos voor Noord-Nederland. Zoals sojasausfabrikant Kikkoman, dat ongeveer een kwart eeuw geleden zijn eerste Europese ‘brouwerij’ opende in het voormalige Hoogezand-Sappemeer.
De laatste jaren is de omvang van de prooi veranderd. ‘Nu we vaker bedrijven met een rol in de energietransitie binnenhalen, gaan we af op een andere categorie’, aldus Oosterhof. ‘Vaak zijn dat kleinere bedrijven met een enorme kapitaalbehoefte. Voor de ontwikkeling van nieuwe technologie zijn heel dure fabrieken nodig.’ Meer dan eens zorgt de NOM dan ook voor een kapitaalinjectie, en soms levert dat aardige winst op. Zo verkocht de ontwikkelingsmaatschappij vorig jaar veilingsite Catawiki voor vele miljoenen aan een Britse investeringsmaatschappij, geld dat weer in nieuwe start-ups kan worden geïnvesteerd. Al moet de NOM nu en dan natuurlijk ook minder succesvolle deelnemingen afwaarderen.

Nog niet klaar
‘Het begint te lopen, maar we zijn nog niet klaar’, zegt Oosterhof. Niet alles zit mee voor Noord-Nederland. Door het stikstofprobleem kunnen niet ongelimiteerd nieuwe bedrijventerreinen worden vrijgegeven. Schaarste aan materialen en de bijbehorende fluctuerende prijzen zijn lastig voor de in het noorden sterk vertegenwoordigde maakindustrie. De begeerde aanleg van de snelle Lelylijn tussen Lelystad en Groningen loopt telkens weer vertraging op. Al verwacht Oosterhof op een termijn van 10–15 jaar ook veel van elektrisch vliegen. Het regionale vliegveld Eelde is dan een pluspunt voor bedrijven die vestiging in de noordelijke provincies overwegen. Als het om infrastructuur gaat, is de toevoer van energie en data tegenwoordig bovendien wel zo belangrijk, zegt Oosterhof. ‘De fabrieken hier zijn grootverbruikers van gas en vele denken na over overstappen op elektriciteit. Voor grootschalige elektrificatie hebben wij met de Eemshaven een goede positie. Daar is voldoende capaciteit beschikbaar en zijn al veel hoogspanningsleidingen, omdat Vattenfall, RWE en Engie er zitten. Qua elektriciteit hebben wij dus wel een plusje.’

Goed bewaard geheim
Een andere uitdaging waar ook Noord-Nederland tegenaan loopt, is de schaarste van talent. ‘We hebben een kleine voorsprong op de rest van Nederland, omdat het werkloosheidsniveau hier ietsje hoger ligt’, aldus Oosterhof. Maar zijn de beschikbare arbeidskrachten niet te laag gekwalificeerd voor al die innovatieve bedrijven die mensen zoeken? ‘Vergeet niet het enorme belang van de universiteit van Groningen. Dat is ook een grote technische universiteit, met vakken als technische natuurkunde en wiskunde en ook technische bedrijfskunde. Wij hebben hier de enige brede universiteit waar je ook een ingenieurstitel kunt halen. Volgens mij is dat een van de best bewaarde geheimen van Nederland.’

NOM (Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland)
Per jaar gemiddeld*
8 landingen
250 nieuwe arbeidsplaatsen
€ 230,6 mln aan investeringen
*Gemiddelde over de laatste 5 jaar, bron: NOM

Enkele leads van de afgelopen jaren
2021 – Shine kondigt bouw fabriek voor medische isotopen aan in Veendam
2021 – Google koopt kavel van 15 ha op bedrijventerrein Hoogebrug Winschoten, Oldambt
2021 – Staalbedrijf Van Merksteijn wil staaldraadfabriek op Eemshaven bouwen
2020 – Avantium beoogt commerciële grondstoffenfabriek voor groene plastics in Delfzijl
2020 – Holthausen kondigt voor productie waterstoftrucks uitbreiding aan in Hoogezand
2019 – SkyNRG wil fabriek in Delfzijl bouwen voor productie duurzame kerosine