Minder leegstaande woningen, kantoren en winkels

Op 1 januari 2022 stonden ruim 219 duizend verblijfsobjecten leeg. Daarmee was de totale leegstand 4,5% lager dan een jaar eerder en ook lager dan op 1 januari 2020. Van de leegstaande objecten op 1 januari 2022 stond 40 procent een jaar eerder ook al leeg. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

De relatieve leegstand - het aantal leegstaande objecten ten opzichte van het totaal-  nam bij alle soorten objecten af ten opzichte van een jaar eerder. De leegstand is het hoogst bij kantoren. In totaal stonden meer dan 8 duizend kantoren leeg op 1 januari 2022 ofwel 9,6 procent van het totaal.

Hoewel de relatieve leegstand het hoogst is bij kantoren, is dit ook de markt die de grootste daling in leegstand laat zien. Ondanks de nog altijd stijgende online winkelaankopen en de Covidpandemie daalde ook de leegstand van winkelpanden licht van 8,69% op 1 januari 2021 naar 8,16% op 1 januari 2022.

Woningen stonden relatief gezien het minst vaak leeg (2,3%). In absolute aantallen waren de meeste leegstaande verblijfsobjecten echter wel woningen, omdat 87 procent van alle verblijfsobjecten een woning is. Begin 2022 stonden bijna 180 duizend woningen leeg.

Leegstand per regio

Wanneer naar de verschillende gebruiksfuncties per regio wordt gekeken, valt de relatief hoge leegstand in de provincies aan de oostgrens van Nederland op. Met name de leegstand van winkels en kantoren is in Limburg relatief hoog. De gemeenten met de hoogste relatieve leegstand van winkels (28 procent) waren Renswoude en Bergen (Limburg). Hiernaast telt Limburg ook relatief veel gemeenten met een hoge leegstand van woningen. De gemeente met de meeste leegstaande woningen was echter Appingedam (8 procent). De gemeente met de meeste leegstand van kantoren was Doetinchem met 28 procent, aldus het CBS.