In memoriam Gar Hendriks

In oktober overleed toch onverwacht Gar Hendriks, commissaris van AM en tot 2001 directeur van Multi Vastgoed en voorvechter voor de stichtingen Habiforum, de NRO (raad voor ruimtelijk onderzoek) en de Vrom Raad en de stichting Hoogbouw. Een terugblik op het leven van iemand die Nederland veranderde, mede aan de hand van zijn Liber Amicorum. Gepubliceerd in PropertyNL Magazine, 16 november 2005

In oktober overleed toch onverwacht Gar Hendriks, commissaris van AM en tot 2001 directeur van Multi Vastgoed en voorvechter voor de stichtingen Habiforum, de NRO (raad voor ruimtelijk onderzoek) en de Vrom Raad en de stichting Hoogbouw. Een terugblik op het leven van iemand die Nederland veranderde, mede aan de hand van zijn Liber Amicorum.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine, 16 november 2005


door Wabe van Enk

Mipim 2004. Tussen ploppende champagnekurken, oesters en Zuid-Franse zon is het tijd om successen te vieren en als ze er even niet zijn te suggereren dat ze zullen komen. Des te onwerkelijker toen AM’s Hans van Veggel vertelde dat hij was gegrepen door een bericht van totaal andere orde: Gar had kanker. Hendriks ontmoette ik een half jaar later en de werkelijkheid was onontkoombaar te zien in ogen, houding en postuur. Zijn ongebroken geest weerhield hem ervan te lang stil te staan bij de tragiek van maar vier jaar pensioen.
Gar Hendriks ontmoette ik in de jaren tachtig bij het pensioenfonds PGGM. Wie in de Maasstad in de jaren tachtig het centraal station verliet, kwam uit op een open veld, een verwijzing naar het bombardement in de Tweede Wereldoorlog. PGGM realiseerde vervolgens daar het complexe Weena-project met woningen, winkels, kantoren. Een dergelijke rol van een pensioenfonds zou nu ondenkbaar zijn. Nog voordat PGGM zich terugtrok uit de directe beleggingen stapte Hendriks in 1990 over naar Multi Vastgoed – een gigantische overstap. Vanuit de brave burgerlijkheid van het pensioenfonds naar het dynamische Multi Vastgoed.

Bliksemafleider
Bij PGGM werd je destijds opgevangen in een Oost-Duits kantoorgebouw door een soort Stasi, voordat je bij de directie kwam. Bij Multi zorgden de mooiste secretaresses van Nederland met de beste cappuccino’s voor een aanslag op het kritisch vermogen van bezoekers. PGGM had destijds honderden ‘ambtenaren’ in dienst die in hun gedachten bezig leken met de vut. Bij Multi werd dag en nacht gewerkt en anders wel gefeest. De branche vroeg zich bezorgd af of dit de perfect match was.
Dat bleek het wel te zijn: de tomeloze energie en creativiteit van Hans van Veggel moest gecombineerd worden met uithoudingsvermogen en vasthoudendheid van Gar Hendriks om ingewikkelde projecten tot een goed einde te brengen. Wanneer de discussies ten kantore van Multi te heftig werden en ieders hoofd al meerdere malen op de treinrails was gewenst, was hij de bliksemafleider. Een goed gesprek soms samen met zijn vrouw Lenie in hun huis in de polder deed wonderen. Wanneer de feesten wat al te uitbundig werden, kwam Hendriks met het idee om de ‘vastgoedronde van Kamerik’ te organiseren. Met z’n allen racen rond de kerktoren.
Hans van Veggel beschrijft de overstap van belegger naar ontwikkelaar veel poëtischer. ‘Gar belandde in onze interpretatie van de toekomst waarin we vonden dat alles anders moest en vooral met veel meer kwaliteit omgeven moest zijn. In dat milieu was Gar een meesterlijke communicator van die boodschap en een geraffineerde ‘loodgieter’ van processen waarin we onze benaderingswijze ten volle tot uitvoering konden brengen. Hij heeft een doorslaggevende bijdrage geleverd aan de ontwikkeling en toepassing van onze visie op projectontwikkeling.’

Representant van de beroepsgroep
Hendriks zal de geschiedenis ingaan als de ontwikkelaar van de Koopgoot in Rotterdam, een project dat al startte in 1994 en twee stadswinkelgebieden met elkaar heeft verbonden. Uit de projectlijst blijkt overigens dat dit lang niet het grootste en duurste project was, maar wel het meest complexe.
Hans Kombrink van de Gemeente Rotterdam zei hierover: ‘Toen een nieuw samengestelde Welstandscommissie alsnog het plan van de architect onderuit dreigde te halen was crisisbestrijding nodig. Ook bij tegenslag verloor Gar nooit z’n optimistische kijk. Daarbij ontwikkelde Hendriks een systeem hoe je mee kon delen met de winst. Volgens Kombrink heeft Hendriks mensen bij het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam geleerd wat een ‘kicker’ is. Kombrink: ‘Gar was de kickerkoning. Dat het niet altijd lukte heb ik ervaren. Ondanks de inspanningen van Gar liep niet iedereen er warm voor. Toch was het een mooi ontwerp.’
Gobert Beijer (in 1990 directeur van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en nu van Boer & Croon vastgoed) vertelt dat Hendriks vanwege de complexiteit van de Koopgoot de contouren schetste voor het nieuwe ontwikkelen, waarbij niet alleen de ontwikkelaar vooraf bekend was, maar ook de belegger (ING) en de gemeente medebelegger bleef naar rato van de geschatte grondopbrengst.
De combinatie van een vrije starre belegger, tijdsdruk van retailers (met name C&A), een niet enthousiaste gemeenteraad die alleen maar dacht aan het woord ‘kostenneutraal’ en dan nog de andere ellende van kabels, metro’s en trams.
Uit de projectenlijst blijkt dat de inbreng van Hendriks niet beperkt bleef tot de Koopgoot. Ook die lijst is echter niet compleet, want de invloed van Hendriks strekte zich tevens uit tot projecten waar hij geen belang had. Kombrink verhaalt dat hij Hendriks hoogachtte in de discussie over de oevers van de Maas, ‘de Boompjes’ (rond het voormalig kantoor van de Nederlandsche Bank). ‘Dat tekende Gar: de bereidheid betrokken te zijn bij discussies en projecten zonder directe belangen.’
Hendriks werd voorzitter van Habiforum – het kenniscentrum meervoudig ruimtegebruik dat de overheid in het kader van de ICES (Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking) heeft opgericht. Medebestuurder Leemhuis beschrijft hoe zijn pad dat van Gar kruiste. ‘Lange tijd heb ik buiten zijn professionele kringen, buiten zijn directe werkveld verkeerd. Tot ik het verzoek kreeg Habiforum op te zetten. En toen kwam de ontmoeting met Gar als vanzelf. De sector zelf zette hem op het presenteerblaadje. Kennelijk ziet de sector Gar als representant van de beroepsgroep.‘

Haalbare concepten
De huidige bestuursvoorzitter van de Koninklijke BAM, Joop van Oosten: ‘Mensen zoals Gar zijn helaas zeldzaam. Want wie heeft er zowel visie, kan die visie omzetten in haalbare concepten, en heeft vervolgens een ruimte overtuigingskracht en heeft ook nog het vermogen om in de loop van het ontwikkelingsproces alle betrokkenen op één lijn te houden?
Dat ervoer ook Fred van der Veen (de vorige directeur van de Rgd) bij de totstandkoming van Grotiusplaats in Den Haag. ‘Het werken met Gar Hendriks was een verademing, omdat hij altijd de rust en wijsheid wist te bewaren van een loods die tijdens de storm het schip veilig de haven binnen laat varen.’
Voormalig rijksbouwmeester Kees Rijnboutt van de Architecten Groep beschrijft de twee buitengewoon moeilijke ‘passtukken’ in de binnenstad van Den Haag: Resident en Grotiusplaats – een plaats waarbij stad, Rgd en ontwikkelaars elkaar vonden met vijf mensen Peter Noordanus (de stad), Frans Evers (de Rgd) en de ontwikkelaars: Ton Meijer, Hans van Veggel en Gar Hendriks.
Rijnboutt herinnert zich Hendriks’ les: ‘Vroeger was het een postzegelplan, snel rendement en over een paar jaar zien we wel weer. De beleggers hebben altijd gedacht: na het verwijderen van die huurder komt er wel weer een andere. Maar de praktijk werkt heel anders. Dan blijkt dit soort projecten financieel rampzalig te zijn. Wat om de hoek komt kijken is kwaliteit, kwaliteit. De integrale aanpassing is daarbij dé oplossing. Het lukt alleen samen – en vanuit verschillende invalshoeken – om datgene voor elkaar te krijgen dat voor stad en markt interessant en optimaal is. Voorwaarde is wel dat je op basis van consensus opereert.’
Rijnboutt: ‘Een groot aantal steden heeft van zijn gedreven talent mogen profiteren. In een aantal projecten in onder meer Den Haag, Dordrecht en Enschede heb ik met hem samengewerkt en veel van hem geleerd en ook genoten van zijn altijd zonnige openingsstatement: “Het is heel simpel”. Juist om dat vermogen om ingewikkelde processen simpel en doeltreffend uit de doeken te doen, bewonder ik hem zeer. Nederland is er door zijn toedoen beslist mooier op geworden.’