Industrieel vastgoed wordt zwaar geraakt door de -deels gepauzeerde- importheffingen van de Amerikaanse president Donald Trump. Nederland ligt volgens Oxford Economics vol in de vuurlinie.
De vooruitzichten voor de Europese vastgoedmarkt zijn volgens Oxford Economics verslechterd sinds haar laatste prognose begin maart. Het instituut heeft haar prognose voor de kapitaalgroei voor alle vastgoedobjecten met 50 basispunten verlaagd naar 1,5% per jaar voor de periode 2025-2026. Ook verwacht het dat de lagere vraag naar commercieel vastgoed de huurgroei zal beïnvloeden en dat de aanhoudende onzekerheid zal leiden tot een vlakker rendementsprofiel.
Negatieve kettingreactie
Oxford economics verwacht dat de industriële vastgoedsector het zwaarst wordt getroffen door de afnemende goederenhandel. Omdat landen minder naar de VS exporteren, zullen ze vrijwel zeker ook minder importeren van andere handelspartners, wat een negatieve kettingreactie veroorzaakt. In Europa zullen de industriële markten in Centraal- en Oost-Europa, Duitsland en andere kleine open economieën, zoals Nederland en de Scandinavische landen, het zwaarst getroffen worden. Veel van deze markten hebben een aanzienlijke directe handelsblootstelling aan de VS, zijn belangrijke logistieke knooppunten of zijn geïntegreerd in toeleveringsketens die de VS bedienen.
Autoindustrie
Het instituut wijst met name op de kwetsbaarheid van productiecentra in Duitsland voor Trumps autoheffingen van 25%, terwijl sommige Midden- en Oost-Europese economieën indirect sterk blootgesteld zijn aan een lagere autoproductie vanwege hun geïntegreerde toeleveringsketen.
Kantoren en woningen
De kantoren- en woningsector lijken volgens het instituut de relatieve 'winnaars' te zijn. 'We zien minder neerwaartse gevolgen van de tarieven voor kapitaalgroei in deze sectoren, tenzij er een grote schok in de werkloosheid optreedt of de dienstensector onderdeel wordt van de vergeldingsmaatregelen. De woningbouw is nu de sterkst groeiende sector op basis van de verwachte kapitaalwaarde voor de komende twee jaar, en vervangt daarmee de industriële sector.'