Met Arno Visser heeft Bouwend Nederland een kanon binnengehaald, maar daarmee is de overwinning op de Woontop van minister Mona Keijzer nog allesbehalve gegarandeerd. Visser verwacht meer ‘Woontoppen’ nodig te hebben.
Samen met de voorzitter van de raad van advies, de Tilburgse emeritus professor Sylvester Eijffinger, is financieringsadviseur Adelaer er in november weer in geslaagd om een vastgoedonderwerp te agenderen dat de eigen belangen overstijgt. Vorig jaar was het de impact van fintech op de vastgoedsector, met de directeur van De Nederlandsche Bank, professor Olaf Sleijpen. Dit jaar was het meer controversiële thema ’samenwerking’, met als hoofdspreker Arno Visser van Bouwend Nederland.
Oud-minister Stef Blok vertelde eens dat hij al die brancheorganisaties in de wereld van het vastgoed allesbehalve hinderlijk vond. De organisaties produceerden veel rapporten, maar het was niet erg als ze onderaan de stapel belandden. Voor Bouwend Nederland ligt dat wat anders. Als voorzitters zoals Elco Brinkman, Maxime Verhagen en nu Arno Visser bellen, dan neemt de minister op. En als hij of zij niet direct opneemt, dan zorgen de topambtenaren daar wel voor.
Concrete haakjes
Visser is nu ruim een jaar de voorman van de bouwers, maar de facto ook voor projectontwikkelaars, (woning)beleggers en alle vastgoedadviseurs. Als hij zoals afgelopen herfst met minister Mona Keijzer houten ‘Flow’-woningen bekijkt in Haarlemmermeer, dan vertegenwoordigt hij niet alleen de belangen van bouwer BAM, maar ook die van dochter-projectontwikkelaar AM. Zulke bezoeken leveren concrete haakjes op: de Flow-woning is een fabrieksmatige woning, die echter elke keer een goedkeuringscyclus moet doorlopen. De lobby: een nationale typegoedkeuring versnelt de woningproductie.
Visser zit vanwege het belang van Bouwend Nederland in het bestuur van werkgeverskoepel VNO NCW. Hij kent uit zijn verleden als president van de Algemene Rekenkamer alle krochten van Den Haag en heeft een neus voor alle politieke uitschieters wanneer ambtenaren publiek geld niet ‘zinnig, zuinig en zorgvuldig’ uitgeven.
Visser kennen ze ook in Limburg. Hij was voorzitter van een commissie die de Limburgse bestuurscultuur onderzocht na het opstappen van vijf gedeputeerden. Hij concludeerde tot opluchting van gouverneur Roemer en het provinciehuis dat er in Limburg geen systematisch patroon van omvangrijke integriteitsschendingen heeft plaatsgevonden. Visser noemt in een nabeschouwing van de Adelaer-bijeenkomst deze ongunstige ervaring met de media. Het irriteert hem dat in de media vermeende schendingen van integriteit meer aandacht krijgen dan zijn conclusies na diepgaand onderzoek dat er geen systematisch patroon was.
Distictiedrift
Visser was naar het Adelaer-congres gekomen met een stevig betoog. Hij begon zelfs met een citaat van schrijfster en filosofe Carry van Bruggen van een eeuw geleden. Het illustreert zijn – voor de bouw atypische – achtergrond. Binnen Bouwend Nederland maken ingenieurs de dienst uit, maar Visser is opgeleid als Neerlandicus. Of Carry’s filosofie van ‘distinctiedrift is levensdrift’ bij deze doelgroep beklijft, valt te bezien, maar het kan een afleidingsmanoeuvre zijn. Zo beheerste een van Vissers’ verre voorgangers, De Vilder, het Frans erg goed. Als de verschillende stromingen in de bouw het niet eens waren, en dat gebeurde nogal vaak, gooide hij er een Frans citaat in. De verhitte gemoederen bekoelden dan snel, omdat geen van de bouwers snapte waar het over ging.
Visser wil een punt maken van het fenomeen van Nederlanders om anders en bijzonder te zijn. Dat werd in de tijd van Carry van Bruggen geïllustreerd doordat iedere gemeente een eeuw geleden nog een andere tijd hanteerde. ‘Lastig als je bij een treinrit steeds de klokken gelijk moet zetten.’ Ook al hebben we nu overal dezelfde tijd, toch zijn er ook nu nog steeds mensen en instellingen die vooral anders willen zijn. ‘Kijk naar de Woontop in december. Ogenschijnlijk zijn partijen het eens, maar als je goed luistert, zijn er vooral veel verschillen. Sommige mensen hebben het over ‘afdwingbare afspraken’, anderen over ‘wederzijdse afspraken’ of ook wel ‘concrete afspraken’.’ Reden voor Visser om met scepsis aan zijn Woontop te beginnen; verschillen hebben tijd nodig om te worden overbrugd.
Woningtekorten
Visser heeft onderzoek gedaan naar de woningtekorten. ‘Nederland heeft een tekort van 400.000 woningen, maar dit is niet uniek. Overal in Europa zie je tekorten: in Frankrijk 500.000 en in het Verenigd Koninkrijk zelfs 2,5 mln. Dat komt ook door het Nimby-gedrag: procedures oprekken om niets in je achtertuin te krijgen, is niet specifiek Nederlands.’
Wel Nederlands is de ‘middencategorie’, tussen het publieke en private domein – lees de corporatiesector. De goed gedocumenteerde problematiek van de volkshuisvesting in de afgelopen decennia is te lezen en te bekijken via Adelaer.nl.
Speerpunten
Volgens Visser gaat het niet om de Woontop zelf, maar om de weg daarnaar toe. Partijen proberen op voorhand te kijken welke speerpunten zij inbrengen. Op de eerste plaats staat voor Bouwend Nederland, met het voorbeeld van de Flow-woningen nog vers in het geheugen: deregulering.
Maandelijks is in PropertyNL het tweede speerpunt terug te vinden: oplossingen om doorprocederen af te remmen. Volgens Visser is Duitsland ons voor, maar dat is wellicht niet zo’n goed voorbeeld in de pr. Visser heeft wel een mooie aanduiding voor de aanpak van de proceslawine: ‘lex silencio positivo’. Dat betekent zoveel als: wanneer een bestuursorgaan niet tijdig afkomt met een vergunning, wordt de vergunning alsnog verleend – een enorme stap voorwaarts die per project jaren winst kan opleveren.
Publiek–private samenwerking
Visser wil ook (weer) inzoomen op publiek–private samenwerking, die de laatste tijd in de versukkeling is geraakt. Die versukkeling is ontstaan door steeds groter onderling wantrouwen. De Adelaer-bijeenkomst gaf daarvan een mooi voorbeeld met spreker Staf Depla, die samen met PvdA-partijgenoten Jeroen Dijsselbloem en Diederik Samson bekend is geworden als het trio ‘rode ingenieurs’. Hij werd na zijn Kamerwerk wethouder van Eindhoven en is tegenwoordig voorzitter van de Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties. De oplossing van Depla om de markt vlot te trekken is het aan banden leggen van de in zijn ogen te hoge grondopbrengsten voor projectontwikkelaars. ‘Die grondopbrengsten worden zwaar overdreven’, betoogde toehoorder 3W-directeur Jacco Meuwissen echter. Toen Depla ook nog met de Quote-500 aankwam als een verzameling van door grondopbrengsten rijk geworden miljonairs, werd dat een andere toehoorder, Ton Hillen, voorzitter van de raad van bestuur van Heijmans, echt te veel. Die discussie was voor Visser het klinkklare bewijs dat in Nederland heel veel partijen liever anders willen zijn, dan dat ze willen samenwerken.
Aanbodgerichte aanpak
Die samenwerking is nodig om het credo van Bouwend Nederland – jaarlijks 100.000 woningen erbij – te realiseren. Die boodschap is allesbehalve nieuw. Daarom voegt Visser er ook nog een ander speerpunt aan toe: aanbodgerichte aanpak. De gedachte van veel gemeenten is dat ze het best kunnen sturen op starterswoningen. Visser laat juist zien dat wanneer je bouwt voor middengroepen, deze kunnen doorstromen en veel verhuisbewegingen op gang brengen. Per saldo: een grotere dynamiek. Visser zal zijn speerpunten echter niet kunnen binnenhalen op de Woontop. Hij is nog niet klaar. Het echte werk van klokken gelijkzetten op de woningmarkt begint pas in 2025.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 12, 13 december 2024