Carolien Schippers (55 jaar) was directeur Grond & Ontwikkeling bij gemeente Amsterdam en is nu directeur woningcorporatie Ons Doel in Leiden.
Waarom ben je vertrokken bij de gemeente Amsterdam, waar je de laatste jaren directeur Grond & Ontwikkeling was?
‘Ik heb daar zeven jaar gewerkt. Mijn speelveld was fantastisch, maar na zo’n tijd word ik altijd wat onrustig. De opgave in Amsterdam is gigantisch, met stedelijke vernieuwing, uitleggebieden als Strandeiland aan het IJ en omgebouwde kantoorlocaties zoals Amstel 3. Ook de gemeentelijke organisatie daaromheen is héél groot. Daar was ik veel energie aan kwijt, die ik liever stak in wat er moest gebeuren. Ik had het verlangen om voor een kleinere organisatie te werken, dichter bij de mensen die het ’t hardst nodig hebben.’
Dat vind je bij woningcorporatie Ons Doel in Leiden?
‘Zeker. Bij Ons Doel werken dertig mensen, heel overzichtelijk. Ik zit nu in mijn derde week en ken iedereen al. Door deze omvang komen we dicht bij de mensen, er is een goede band met huurders en huurdersorganisaties. We doen ook kleinere projecten voor specifieke doelgroepen. Heel trots zijn we bijvoorbeeld op de vier huurwoningen die onlangs zijn opgeleverd voor jongeren met een spierziekte. Dat zou een grote partij niet snel doen. Zo kun je echt het verschil maken.’
Heb je nieuwe plannen voor de corporatie?
‘Deze organisatie heeft een sociaal-maatschappelijk hart, dat past erg bij me. Maar als je mij aantrekt, gaat er meestal wel wat gebeuren. Ik denk dat de corporatiesector meer kan doen aan maatschappelijke ontwikkelingen als dakloosheid, armoede en vergrijzing. Wij kunnen een rol spelen bij het intensiveren van contacten tussen mensen, de mix van woningen voor ouderen en gezinnen, bijzondere projecten. Dat is al gaande, maar er valt nog wel wat te winnen.’
Je komt uit Leiden; hoe is het om terug te zijn?
‘Klopt, ik ben in Leiden opgegroeid en heb er gestudeerd, geschiedenis en juridische en politieke wetenschappen. Tot mijn dertigste heb ik hier gewoond. Het valt me nu vooral op dat de stad veel kleiner is dan ik in mijn hoofd had.’
Geen neiging om terug te verhuizen?
‘Dat niet. Ik woon al heel lang in de buurt van Utrecht. Toen ik destijds in Amsterdam ging werken, waren mijn twee zoons er niet heen te slepen, al zijn ze grote fans van Ajax. Soms maakte ik gebruik van een appartement van een collega. Om een stad te leren kennen, moet je er af en toe wakker worden en ’s ochtends naar het werk fietsen. Naar Leiden ga ik met de trein, vier dagen per week. Thuiswerken? Nee, ik wil met collega’s in één ruimte zitten. Ik houd van nabijheid.’
Je hebt in het verleden ook gewerkt als manager Huisvesting voor het COA, als directeur Ontwikkeling bij het Rijksvastgoedbedrijf en voor de provincie Utrecht als programmamanager van gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug. Wat trok je aan in ontwikkeling?
‘Na twaalf banen en dertien ongelukken, kreeg ik mijn eerste serieuze baan bij de gemeente Leiden. Ik was daar beleidsadviseur en later directeur Sportbedrijf. In die tijd merkte ik hoe groot de bijdrage is die ruimtelijke ordening aan maatschappelijke opgaven kan bieden. Door veel overleg met stedenbouwers is die liefde ontstaan.’
Wat wil je bijdragen in je nieuwe functie?
‘Stedelijke ontwikkeling kan het welzijn van mensen en de leefbaarheid verbeteren, daar wil ik aan meehelpen. Dat is de rode draad geweest in mijn carrière, of het nou ging om groenvoorziening, sport, de huisvesting van asielzoekers of goede sociale woningbouw. In mijn vorige baan heb ik over deze onderwerpen ook vaak gesproken met beleggers en ontwikkelaars. Het viel me op hoeveel draagvlak er ook bij hen is voor een leefbare stad, door aan community-vorming te werken, aan gemixte woonvormen en verduurzaming.’
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 12, 13 december 2024