Co-living kansrijk businessmodel, maar niet overal

De omstandigheden op de Nederlandse woningmarkt bieden kansen voor het groei van het zogeheten co-living segment. Dit betoogt Matthijs Zaadnoordijk, ontwikkelmanager bij AXA IM. Hij dingt mee naar de jaarlijkse scriptieprijs van Capital Value.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 22 april 2022

Zaadnoordijk deed voor masterstudie (MRE) aan de ASRE onderzoek naar het operationele businessmodel en de samenwerking tussen eigenaar en operator bij co-living. Uit het onderzoek komt naar voren dat Co-living voor de Nederlandse markt een kansrijk businessmodel is.

Gestegen vraag

Mede door een lage stand van de rente, stijging van de koopkracht en toegenomen vertrouwen is de vraag op de Nederlandse woningmarkt sterk gestegen. Veranderende sociale, demografische en economische factoren hebben geleid tot een toenemende belangstelling voor co-living bij zowel marktpartijen als huurders.

Lees ook: Participatiegids kan tijd en geld besparen bij nieuwbouw

Daarbij worden twee vormen onderscheiden: het delen van de woonvoorzieningen door verhuur van een zelfstandige woning aan meerdere huurders en de delen van de gebouwvoorzieningen waarbij de zelfstandige woningen worden verhuurd aan één huurder. Uit dit onderzoek blijkt dat er een duidelijke voorkeur is in Nederland voor de vorm waarbij enkel gebouwvoorzieningen worden gedeeld en niet de woonvoorzieningen.

Hogere huur per vierkante meter

In zijn algemeenheid stelt Zaadnoordijk dat door de hogere dichtheid die bij co-living wordt geboden, de operator aanzienlijk hogere huren per vierkante meter kan realiseren en tegelijkertijd een betaalbare propositie aanbieden voor huurders. Bezien voor de Nederlandse markt heeft co-living niet als doel om enkel de huur te optimaliseren. De huren zijn per vierkante meter gezien wel hoger dan een traditioneel woonproduct, maar is nodig ter compensatie van hogere kosten en risico’s die co-living met zich meebrengt.

Zaadnoordijk: ‘Op de Nederlandse markt blijkt er een beperkt aanbod en tegelijkertijd een sterke vraag te zijn. Deze mismatch tussen vraag en aanbod maken een sterke toekomstige groei mogelijk. Hierbij is het cruciaal dat er naar de juiste locatie wordt gekeken. Niet elke stad is even geschikt voor co-living.’

5 beheermodellen

Hij keek ook naar de wijze waarop de co-living objecten in ons land, al dan niet in samenwerking met een operator uitgebaat worden. Daarbij worden 5 vormen onderscheiden: Eigenaar-operator model, (master)leasemodel, jointventuremodel, managementmodel en franchisemodel. Het eigenaar-operator model is een model dat veelvuldig en succesvol wordt toegepast. Er is echter schaalgrootte nodig om een rendabele onderneming te realiseren en ook is er veel kapitaal nodig, waardoor er momenteel maar een beperkt aantal partijen is dat dit kan toepassen op de Nederlandse markt. Een aantal modellen wordt hier nu nog niet of nauwelijks toegepast, maar wordt wel kansrijk, met name als de co-livingmarkt meer volwassen is en zich meer bewezen heeft.

Lees ook: Vooral appartementen in expatsteden gevoelig voor leegstand bij pandemie

Het is niet de eerste keer dat zijn scriptie meedingt naar een prijs. Medio vorig jaar kreeg zijn afstudeerproject een eervolle vermelding tijden de Co-living Awards in de categorie Opleiding & Wetenschap. Op dat moment werkt hij nog als ontwikkelmanager bij Greystar, dat met het label OurDomain door heel Nederland communityconcepten uitbaat.

Aan de scriptieprijs van Capital Value nemen vier (oud-)studenten deel. De prijs wordt op  5 april uitgereikt. De winnaar wint twee tickets naar New York City.