Topshelf denkt nog vijf vestigingen te gaan openen in onder andere de lege warenhuizen van V&D, naast de al bekende vestigingen in Arnhem, Nijmegen en Groningen. Dat zei Inge van de Kemenade, oprichter en eigenaar van Topshelf tijdens de druk bezochte bijeenkomst van Dwire op de Provada.
Door Gabriëlle Klaver
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 6, 24 juni 2016
Ze liet het publiek haar moodboards zien waaruit blijkt dat Topshelf een warenhuis wordt in een hoger prijssegment dan V&D was. ‘We gaan onder de Bijenkorf zitten, die bovendien nog een stukje naar boven zal opschuiven.’
Van de Kemenade gaat het avontuur aan zonder bank of investeerders. ‘We hebben de volle medewerking van de leveranciers. Die gaan leveren op full consignment.’ Ook gaan de spullen veel sneller de verkoopvloer op dan bij V&D. Van Kemenade: ‘ Bij V&D lagen spullen soms wel 3 weken in het distributiecentrum. Bij ons leveren leveranciers direct aan de vestigingen en liggen de spullen uiterlijk de volgende dag in de winkel.’
Van de Kemenade raakte geïnteresseerd in de V&D-vestigingen toen ze de huurprijzen die V&D binnenstedelijke betaalde vergeleek met wat Topshelf in de periferie betaalt. ‘ Ik betaalde € 135 per m² in Cruquis Hoofddorp en dat viel niet meer te doen.’
Volgens Birgit Gerritsen van NRW, die het faillissement van V&D in een groter geheel plaatste, betaalde V&D gemiddeld € 125 per m². Gerritsen: ‘De omzet lag op € 1000 per m² en dat is onderaan de bandbreedte van wat gebruikelijk is voor warenhuizen. Uit onderzoek blijkt dat de omzet per m² tussen € 1000 en € 10.000 per m² ligt.’
Ook een van de curatoren van V&D, Hanneke de Coninck van Blix Advocaten gaf een kijkje in de keuken. ‘Voor ons als curatoren was het handig dat de 27 verhuurders van de 62 vestigingen zich al eerder verenigd hadden. Dat vergemakkelijkte het proces. Er was een vertrouwenscommissie samengesteld waar we ongeveer 3 maal per week mee overlegden over de wensen van de curatoren, de bieders en de wensen van de verhuurders.’ Ze was onder de indruk van het feit dat de verhuurders, ondanks uiteenlopende belangen, zich toch constructief opstelden. ‘Natuurlijk waren er wel confrontaties, maar er werd wel naar elkaar geluisterd en mensen durfden zich kwetsbaar op te stellen.’
