Huurcommissie haalt ‘shortstay-truc’ door de gehaktmolen

De Huurcommissie heeft een huurder die het onterecht vindt dat hij in totaal € 1.850 per maand moet betalen op basis van een shortstay-contract in het gelijk gesteld. De huurprijs is bijgesteld naar € 633,58.

Het betreffende appartement in Amsterdam Zuid, dat 34 m² meet, werd verhuurd onder het mom van een ‘hotelkamer’. Bij de volledig gemeubileerde ruimte hoorden beddengoed, fietsverhuur en frequente schoonmaakdiensten. De huurder betaalde maandelijks € 1.320 plus € 530 aan servicekosten.

De Huurcommissie oordeelt echter dat het om verhuur van een reguliere woning gaat. Het appartement is het hoofdverblijf van de huurder en daar veranderen ‘hoteldiensten’ niets aan. De ruimte voldoet volgens de Huurcommissie niet aan de strenge eisen voor shortstay-verhuur en stelt dat het appartement een maximaal redelijke huurprijs van € 633,58 behoort te hebben.

Schijnconstructie

Het FD haalt Gert Jan Bakker van de Amsterdamse huurdersbelangenstichting Woon in deze kwestie aan. Bakker spreekt van een schijnconstructie. “De verhuurder doet het voorkomen alsof er sprake is van kort verblijf, maar de woning is gewoon het hoofdverblijf van de huurder. Dan kun je wel zeggen dat je elke week het beddengoed komt verschonen, maar het is een schijnconstructie, bedoeld om de huur- en huurprijsbescherming te omzeilen.”

Floris van der Peijl van de Makelaarsvereniging Amsterdam (MVA) begrijpt dat sommige verhuurders gezien de aanscherping van de regels naar ‘geitenpaadjes’ zoeken, maar geeft tegelijk aan dat de ‘shortstaytruc’ gedoemd is te mislukken. “Er werd in de markt al sceptisch over shortstaycontracten gesproken. Inventieve verhuurders dachten iets slims gevonden te hebben, maar dit is gewoon niet in de geest van de wet.”

Eerder uitponden

Sinds juli vorig jaar geldt de Wet vaste huurcontracten, waarmee het huurcontract voor onbepaalde tijd weer het uitgangspunt is. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals voor studenten die tijdelijk in een andere plaats moeten huren voor hun studie of huurders wier huis wordt gerenoveerd, mag een contract voor bepaalde tijd worden aangeboden.

Vastgoedbelang, de belangenvereniging voor particuliere verhuurders, wijst erop dat het gebrek aan mogelijkheden voor tijdelijk verhuur evoor zorgt, dat beleggers hun woningen eerder uitponden. De vereniging pleit ervoor om tijdelijke huurcontracten voor vier jaar mogelijk te maken en de fiscale druk voor woningbeleggers te verlichten, om zo de woningmarkt meer lucht te geven.