Savills: Utrechtse kantorenvoorraad groeit fors

Volgens Savills groeit de Utrechtse kantorenvoorraad de komende jaren fors, in tegenstelling tot die in andere steden.

Volgens het vandaag door internationale vastgoedadviseur Savills gepubliceerde onderzoeksrapport ‘City Special Utrecht Offices’ pakt de stad Utrecht zijn momentum en vult de kantorenvoorraad aan op de juiste plek, het Central Business District (CBD). In het CBD wordt tot aan 2022 nog 200.000 m² aan de huidige kantorenvoorraad van 780.000 m² toegevoegd. In de andere G4-steden is er juist een sterke daling van het aantal vierkante meters kantoorruimte waar te nemen.

Met een voorraad van 2,8 miljoen m² heeft Utrecht de op drie na grootste kantorenmarkt van Nederland (na respectievelijk Amsterdam, Den Haag en Rotterdam). De voorraad is in de afgelopen jaren licht gestegen. Ondanks deze stijging volgt de leegstand, met name in het CBD, al jaren een tegengestelde trend en neemt gestaag af. Dit geeft de toenemende vraag naar Utrechtse kantoren aan. Deze wordt verder gestimuleerd door de kwaliteit van de kantorenvoorraad, die is ontstaan door transformaties/onttrekkingen en nieuwe ontwikkelingen. Het leegstandsniveau in het CBD ligt nu rond de 3,0%.

Christian Taphoorn, associate director bij Savills in Utrecht: ‘Utrecht kent al jaren een tekort aan kwalitatief goede kantoren in het stationsgebied. Het project CU2030 heeft ervoor gezorgd dat er een volwaardig CBD is ontstaan, de nieuwe ontwikkelingen in het CBD zijn  noodzakelijk om de toekomstige vraag op te kunnen vangen. Nu er voldoende kwalitatief aanbod voor de gebruikers- en beleggingsmarkt beschikbaar komt, lijken alle seinen op groen te staan voor de Utrechtse kantorenmarkt.’

Sander van den Engel, associate director bij Savills in Utrecht, vult aan: ‘Dit verwachten wij terug te gaan zien in de prestaties van de vastgoedmarkt, in de vorm van een stabiel opnameniveau van boven de 100.000 m² en licht stijgende huurprijzen. Zeker nu het core-beleggingsproduct in andere steden in steeds mindere mate beschikbaar komt, biedt Utrecht een goed alternatief, en verwachten wij een toenemende interesse van (buitenlandse) beleggers met een stijgend beleggingsvolume als resultaat.’