Nederlanders geven 31% van hun besteedbaar inkomen uit aan woonlasten, hetgeen in internationaal perspectief nog steeds gemiddeld is.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 10, 26 oktober 2018
Nederland heeft het afgelopen jaar één van de grootste woningprijsstijging ooit doorgemaakt. In het tweede kwartaal van 2018 zijn de woningprijzen met 10,4% gestegen ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Mondiaal kenden slechts zes landen een grotere woningprijsstijging, waaronder Hongkong en IJsland.
Ondanks de forse prijsstijging zijn woningen in Nederland nog steeds betaalbaar. Het gemiddeld besteedbaar inkomen in Nederland is meegegroeid met de gemiddelde woningprijs. Door de relatieve betaalbaarheid is de verwachting dat beleggers ook de komende jaren blijven investeren in de Nederlandse woningmarkt. Dit blijkt uit het vandaag door internationaal vastgoedadviseur Savills gepubliceerde onderzoeksrapport ‘Spotlight on Residential property market – The Netherlands’.
De relatieve betaalbaarheid van de Nederlandse woningmarkt komt ook tot uiting in het Savills Global Living rapport. Hieruit blijkt dat Nederland nog steeds goed scoort op de verhouding tussen besteedbaar inkomen en woningprijzen. Bas Wilberts, Director Alternative Investments bij Savills: ‘Door de attractiviteit van de woningmarkt in brede zin, blijft de Nederlandse woningmarkt erg in trek bij beleggers. Het aandeel van de woningmarkt in het totale investeringsvolume is gestegen van 18,5% in 2010 tot 26,5% in 2014 en heeft op dit moment een recordhoogte bereikt van 33,6%.’
De relatieve betaalbaarheid van bepaalde gemeenten wordt onderstreept door de Attractiviteitsscan van Savills. Deze scan meet de betaalbaarheid op basis van krapte, prijs, prijsontwikkeling en het gemiddeld besteedbaar inkomen per gemeente. De top vijf bestaat volledig uit randgemeentes rondom Utrecht en Amsterdam. De grote steden zelf zijn ‘slechts’ terug te vinden op respectievelijk plaats 24 en 40.
Buiten de zoektocht naar goed beleggingsproduct in de regio, zien we ook een sterke verschuiving naar andere beleggingscategorieën binnen de woningmarkt, zoals studentenhuisvesting en zorgwoningen.
