Bij transformaties van kantoren naar woningen kunnen de kopers van een woning eerder een beroep doen op het 2%-tarief in de overdrachtsbelasting. Dat volgt uit een nog niet gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Den Haag van 30 november.
De Belastingdienst stelde in die zaak dat een kantoor dat wordt verbouwd tot woningen tijdens de verbouwing geen woning is. De Belastingdienst wilde daarom het 6%-tarief toepassen, maar werd teruggefloten door de rechter. ‘Volgens de rechter is bij een transformatie al sprake van woningen als een oud kantoor door sloopwerkzaamheden zijn karakter als kantoor heeft verloren en er een omgevingsvergunning voor wonen is afgegeven’, zegt Gerton Rademaker van Loyens & Loeff. Hij voerde de procedure namens een projectontwikkelaar.
In de berechte zaak was sprake van een kantoorpand dat werd verbouwd tot woonappartementen. Op het moment van levering aan de koper waren de binnenwanden, systeemplafonds en vloerbedekking van het oude kantoor gestript en was de aannemer net begonnen met de opbouwwerkzaamheden in het complex. Volgens de rechtbank was het gebouw door de sloop van het oude inbouwpakket geen kantoor meer en kon het ook niet meer met beperkte aanpassingen geschikt worden gemaakt om weer als kantoor te dienen. Volgens de rechter was echter ook nog geen sprake van een woning omdat de bouw nog niet was afgerond. Toch was het 2%-tarief van toepassing, omdat volgens de afgegeven omgevingsvergunning het gebouw alleen bestemd was voor bewoning. De publiekrechtelijke voorschriften gaven hier dus de doorslag. De Belastingdienst kan nog tegen de uitspraak van de rechtbank in beroep gaan.
