Column Angelique Bellemakers: Duurzaamheid soms te hoog gegrepen

Niet meer het vliegtuig nemen. De thermostaat standaard op 18 graden en in de winter altijd met een dikke trui achter de Hollandse vegetarische kost. Investeren in zonnepanelen op het dak, elektrisch rijden en van het gas af. We weten best dat het moet, dat verduurzamen, wil de aarde een beetje leefbaar blijven. Maar dóen we het ook allemaal?

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 28 februari 2019

De praktijk is weerbarstig. We worden niet direct afgerekend op ons niet-duurzame gedrag, en doorgaans ook niet direct beloond: de voordelen zijn vaag en liggen in de toekomst. We gaan bijna allemaal niet zo duurzaam door het leven als we zouden willen. Of moeten.

Van onze huurders willen we een positieve grondhouding ten aanzien van duurzaamheid, want woningcorporaties hebben de niet-geringe taak om hun bezit te verduurzamen. Technologie maakt dat meer en meer mogelijk: ontwikkelingen gaan razendsnel. Voor verduurzaming heb je echter meer nodig dan een woning en de passende technologie, namelijk de bewoner.

Onze huurders zijn vaak mensen die bezig zijn met dagelijks overleven. Soms met schulden, of met grote moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Met psychische problemen, werkeloosheid, ziektes of beperkingen, eenzaamheid en isolement. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die dagelijks bezig zijn hun hoofd boven water te houden, moeilijk in staat zijn om goede langetermijnkeuzes te maken. Ze worden opgeslokt door de urgentie van de dag, en kiezen ervoor hun focus te leggen op dát wat hen op korte termijn het meest oplevert, of een acuut probleem oplost. Liever een pakje sigaretten dan een bos wortelen.

Maar is het die kwetsbare huurder die de verduurzamingsopagave zo ingewikkeld maakt? Nee, het probleem is breder dan dat. Daarvoor hoeven we alleen maar naar onszelf te kijken.

Als wij zélf, fit en gezond, met onze vaste banen, bijna afbetaalde hypotheken en auto’s van de zaak, maar mondjesmaat in staat zijn braaf een duurzame leefstijl te omarmen, waarom verwachten we dan wel complete meegaandheid van onze huurders? Waarom verwachten we van hen wél dat zij de urgentie voelen?

Welbeschouwd zijn er grofweg twee doelgroepen die zelf bereid zijn zich in te spannen voor duurzaamheid. Aan de ene kant heb je de early adapters: milieubewuste hipsters met bakfietsen, baarden en een biologische moestuin. Aan de andere kant zijn dat de mensen met geld, die zich een elektrische auto kunnen veroorloven en niet hoeven te kiezen tussen een nieuwe badkamer of zonnepanelen op het dak. De rest van ons is op zijn best halfslachtig, en we weten niet goed hoe we die halfslachtigheid kunnen omzetten in daadkracht.

De duurzaamheidsopgave is zó groot en veelomvattend, dat we eigenlijk allemaal niet weten waar we moeten beginnen. En dus grijpen we terug op iets wat we kennen en houvast geeft: technologie. Technologie maakt verduurzaming instrumenteel mogelijk. Mensen en technologie is echter lang niet altijd een vanzelfsprekende combinatie.

Als het gaat om technologie zijn er drie soorten mensen. Je hebt mensen die er de tijd voor nemen om een handleiding van A tot Z te lezen, die begrijpen wat er in staat, en dit vervolgens in de praktijk toepassen. Dat zijn de mensen die altijd weten hoe je de kanalen van je tv opnieuw instelt.

Dan zijn er de mensen die geen handleiding lezen, en een beetje op goed geluk – want het-zal-zichzelf-wel-wijzen – op knoppen drukken. Dat zijn de mensen voor wie een rood lampje betekent dat het apparaat stuk is, want als alles goed gaat, is het lampje groen. Als het rode lampje ineens betekent dat het apparaat correct werkt, wordt het verwarrend. Dan wordt de woningcorporatie gebeld met een klacht over een correct werkend apparaat (echt gebeurd!). De derde categorie is de groep mensen die ronduit bang is voor technologie. Die tolereren het apparaat in huis, maar doen liever net alsof het er niet is en doen gewoon wat ze altijd al deden. Luchten met de verwarming vol aan. De warmtepomp uitzetten omdat deze te veel lawaai maakt.

Technologie is een onmisbaar onderdeel van verduurzaming, maar alleen als we goed monitoren wat de effecten zijn. In ontwikkeling, maar zeker ook in beheer, en vooral in gebruik. Op dit moment weten we simpelweg nog niet wat de effecten op langere termijn ervan zijn, en tegelijkertijd voelen we de enorme tijdsdruk om vooral zoveel mogelijk meters te maken. Daarmee schieten we wellicht ons doel voorbij, omdat we onze huizen volhangen met dingen waarvan bewoners het nut niet inzien of niet weten wat ze ermee moeten, of die onmogelijk zijn in beheer.

Misschien is het beter om soms een pas op te plaats te maken. Vragen te stellen, dingen uit te testen op kleinere schaal, experimenteren, en vooral het gesprek aan te gaan. Dat valt niet mee met de druk van de klimaatdoelen op onze hielen. We kunnen echter altijd nog zelf beginnen met het overboord gooien van de barbecues en de vliegreizen.

Angelique Bellemakers is districtsmanager bij stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl. Ze geeft de column door aan Edwin Schellekens, directeur bij stichting Brainport Smart District.