In 2021 zijn er 9,5 duizend woningen ontstaan uit transformaties van niet-woningen, zoals kantoren en winkels. Dit is het laagste aantal in zeven jaar.
Terwijl het aantal transformaties in kantoren en winkelpanden toenam, is het aantal woningen ontstaan uit transformaties van andere type panden afgenomen. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS, bekostigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het aantal woningen dat in 2021 uit transformatie van bestaande panden is ontstaan, vormt 10 procent van de toevoegingen aan de woningvoorraad. In 2021 kwamen er 71.000 woningen bij.
Uit een eerste voorlopige schatting blijkt dat er in het eerste halfjaar van 2022 circa 4,5 duizend woningen zijn ontstaan uit transformaties.
1 op de 8 woningtransformaties in Amsterdam
In 2021 werden de meeste woningen uit transformaties opgeleverd in Amsterdam; 12 procent (1155) van alle woningtransformaties vond in de hoofdstad plaats. Daarna volgen Groningen, Rotterdam en Den Haag met respectievelijk 480, 405 en 375 woningtransformaties. Van de toegevoegde woningen in Amsterdam is 12 procent ontstaan uit transformatie. In Groningen en Rotterdam vormden deze ongeveer een vijfde van de toegevoegde woningen. In Den Haag gaat het om 16 procent. Van de vier grootste steden (de G4) vond in de gemeente Utrecht het minste aantal woningtransformaties plaats; in 2021 ontstonden 125 woningen uit transformatie (in 2020 waren dit er nog 545).
In de periode 2015-2021 werden 76 duizend woningen gerealiseerd via transformaties (oftewel 12 procent van het totale aantal toegevoegde woningen in deze periode).