Alle aandacht voor bereikbaarheid

De groei van Utrecht betekent ook dat er veel aandacht besteed moet worden aan de bereikbaarheid van de stad per auto, fiets en openbaar vervoer

Door Erik de Boer
Gepubliceerd in Locus 2 (winter 2016) - Booming steden, booming data, boming deals

‘De groeispurt van de stad is geen probleem, integendeel, het is een unieke kans om de stad extra aantrekkelijk te maken en de kwaliteit van verblijven naar een hoger plan te tillen.’
Als je een stad laat groeien van 200.000 inwoners in 2000 naar 410.000 in 2040 kun je positief ingestelde mensen goed gebruiken. René Groen, directeur Milieu en Mobiliteit van de gemeente Utrecht, is er daar één van. Hij moet er mede voor zorgen dat de kwaliteitsambities die de stad heeft bij de komende groei ook worden gerealiseerd op de punten van bereikbaarheid en openbare ruimte. Dat is des te meer belangrijk omdat de stad ervoor heeft gekozen de groei binnenstedelijk tot stand te brengen.

Water terug in de binnenstad
De lessen die getrokken zijn uit de bouw, 40 jaar geleden, van Hoog Catharijne en vooral uit de infrastructuuroplossingen die toen zijn gekozen, zoals het dempen van de Catharijnesingel ten behoeve van een doorgaande weg door de binnenstad, leiden ertoe dat deze maatregelen voor een deel weer worden teruggedraaid. Zo wordt momenteel het asfalt uit de Catharijnesingel gehaald en vult deze zich over een lengte van anderhalve kilometer weer met water. Groen: ‘In de jaren zestig had Utrecht te maken met verval en leegloop. Men dacht toen dat de binnenstad weer aantrekkelijk zou worden door de auto’s naar het hart van de stad te brengen. Dat heeft niet gewerkt. Met het terugdringen van het autoverkeer uit de binnenstad, gesymboliseerd door van de singel weer een echte pleisterplaats aan het water te maken, geven we meteen een grote kwaliteitsimpuls aan de oude binnenstad.’

Werken aan bereikbaarheid
‘De groei van de stad vraagt een systeemsprong qua bereikbaarheid. Dit is een grote opgave, maar ook een kans’, zegt Groen. De groei van Utrecht zal veel meer ruimte bieden aan voetgangers en fietsen. Letterlijk. Het doorgaande verkeer wordt om de stad heen geleid. Aan de rand van de stad komen parkeerterreinen ‘waarna wij zorgen voor het voor- en na-transport, voor de verplaatsing op de first en last mile’. Dat kan in de vorm van snelle pendeldiensten naar de binnenstad. Of je neemt op het parkeerterrein een OV-fiets.
Zo wordt P+R De Uithof voorzien van fietsen en snelle tram- en busverbindingen. Over de hele stad wordt een netwerk van snelle bussen aangelegd. Van Leidsche Rijn kom je via een geheel vrijliggende busbaan naar de binnenstad. De reistijd wordt daarmee verkort naar slechts enkele minuten. ‘Provincie en gemeente zijn bezig met de aanleg van een tramlijn van Utrecht CS naar de Uithof (Utrecht Science Park) die per juli 2018 rijdt.’
Ook de fiets- en voetgangersroutes worden opgewaardeerd. Tussen Leidsche Rijn en de binnenstad zijn inmiddels goede fietsverbindingen aangelegd. Die zullen ook naar andere stadsdelen worden uitgerold.
Het afgelopen anderhalf decennium is door Rijk, provincie en gemeente al ongeveer € 3 mrd in de infrastructuur geïnvesteerd. De fietsenstalling voor 12.500 fietsen die nu naast het station wordt gebouwd – de grootste stalling van de wereld – en de Uithoflijn zijn daar resultaten van.
Om de groeiambities tot 2030–2035 mogelijk te maken zullen stad, provincie en Rijk nog eens ongeveer € 3 mrd moeten investeren.