PBL: ondanks voldoende voorraad kantoren blijft nieuwbouw nodig

Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Centraal Planbureau (CPB) concluderen dat er tot 2050 genoeg vierkante meters kantoren zijn, maar dat nieuwbouw nodig blijft.

De huidige kantorenvoorraad biedt – in puur kwantitatieve zin - genoeg ruimte voor de kantoorbehoefte in 2030 en 2050. Dat geldt zowel bij een stijging als daling van de toekomstige kantoorbehoefte. Toch zal nieuwbouw van kantoren nodig blijven, concluderen het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Centraal Planbureau (CPB) in de beleidsstudie ‘De toekomst van kantoren’.

Economische groei als bepalende factor
Of de kantoorbehoefte zal toe- of afnemen is afhankelijk van de economische groei, sectorale ontwikkelingen, het aandeel kantoorbanen en het aantal vierkante meters kantoor per baan. De beleidsstudie ‘De toekomst van kantoren’ heeft gebruik gemaakt van de scenariostudie Welvaart en Leefomgeving (WLO), die het CPB en het PBL eind 2015 hebben uitgebracht.

In een scenario met een sterke economische groei bedraagt de kantoorbehoefte in 2050 ongeveer 48 mln m². Dat is 95% van de omvang van de huidige kantorenvoorraad. Dat hoge scenario gaat gepaard met een terugkeer van het aandeel kantoorbanen naar pre-recessieniveau en een lichte daling van het aantal kantoormeters per baan in 2050.

In het lage groeiscenario daalt het totale aantal banen én het aandeel kantoorbanen, door minder groei in de zakelijke dienstverlening. Hierdoor daalt de kantoorbehoefte naar een oppervlak van minder dan 30 mln m². In 2030 komt dat neer op 67% van de huidige voorraad, en in 2050 op 54%.

Regionale verschillen
Het aantal benodigde vierkante meters kantoorruimte verschilt per provincie en regio. Maar wanneer gekeken wordt naar de toekomstige kantoorbehoefte ten opzichte van de huidige voorraad, dan zijn die regionale verschillen beperkt. In het hoge groeiscenario zouden, bij een gelijkblijvende kantorenvoorraad en rekening houdend met een frictieleegstand van 5%, (in 2050) tekorten kunnen optreden in de provincies Flevoland, Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland.

Nieuwbouw blijft nodig
Nieuwbouw van kantoren zal echter nodig blijven, omdat bestaande kantoorgebouwen en kantoorlocaties verouderen en incourant raken. Dit geldt zowel in het hoge als in het lage economische scenario. Nieuwbouw hoeft niet altijd op dezelfde plek, maar kan ook elders, bijvoorbeeld op een aantrekkelijkere locatie. Vooral goed bereikbare locaties met een groot en divers voorzieningenaanbod in de nabijheid lijken potentie te hebben. Provincies kunnen hier een belangrijke rol spelen, omdat zij in staat zijn bovenlokale keuzes te maken en het juridische instrumentarium ter beschikking hebben om die vervolgens af te dwingen.