Nederland tweede vestigingslocatie voor Brexiteers

De investeerders die hun investeringen uit het Verenigd Koninkrijk terugtrekken, noemen Duitsland als eerste alternatieve investeringslocatie (54%), gevolgd door Nederland (33%) en Frankrijk (8%).

Dat blijkt uit EY’s 2017 European attractiveness survey – Plan B for Brexit. Een deel (14%) van de buitenlandse investeerders gevestigd in het Verenigd Koninkrijk is van plan om in de komende drie jaar een aantal of alle Europese activiteiten te verplaatsen wanneer het Verenigd Koninkrijk de Europese markt verlaat.

Voor een groot deel is verplaatsing niet aan de orde, bijvoorbeeld omdat de activiteit in het Verenigd Koninkrijk beperkt is tot de lokale markt. Vele anderen investeerders zijn nog afwachtend.

De laatste jaren hebben Amerikaanse en Aziatische bedrijven massaal gekozen voor vooral het Verenigd Koninkrijk als uitvalsbasis voor het bedienen van de Europese vrije markt. De banen die hiermee samen hangen staan nu op de tocht. Volgens EY is deze realiteit nog niet tot iedereen doorgedrongen in het Verenigd Koninkrijk.

De investeerders die hun investeringen uit het Verenigd Koninkrijk terugtrekken, noemen Duitsland als eerste alternatieve investeringslocatie (54%), gevolgd door Nederland (33%) en Frankrijk (8%). EY vindt dit, gezien de omvang van de Nederlandse economie, een opzienbarend hoge score voor Nederland. Het biedt waarschijnlijk veel nieuwe kansen voor zowel ondernemers als werknemers.

Slechts 4% van de respondenten geeft aan goed voorbereid te zijn op de onzekerheid die voortvloeit uit de nieuwe risico's en veranderingen door Brexit. 

Het is nu zaak voor ondernemers om de mogelijke impact in kaart te brengen, zoals de fiscale consequenties; gevolgen voor invoerrechten, BTW en bronbelastingen, zo zegt EY.